de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 17 september 2007 (pagina 10)
Gergjev op herhaling in ronkende Liefdesnacht
Dutilleux en Mahler. Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Valeri Gergjev. De Doelen, Rotterdam,
14 september.
De bedenker van het thema Liebesnacht als motto voor het Rotterdamse Gergjev Festival is een
uitgekookte jongen (of dame) geweest. Onder deze noemer heeft het dirigeerbeest Valeri Gergjev weer zijn
greatest hits van stal kunnen halen. Vorige week was het Prokofjevs Romeo en Julia (dat
hij drie jaar terug ook al uitvoerde met het Rotterdams Philharmonisch Orkest). Zaterdag*), in het
slotweekend van Gergjevs editie-2007, klonk Mahlers Zevende Symfonie, die vier jaar geleden ook
al in het Gergjev Festival was te horen. De onofficiële bijnaam van de Zevende luidt 'Lied van de
Nacht', vandaar.
Zoals gewoonlijk vloeide er meer testosteron dan poëzie door Gergjevs dichtaderen tijdens de
uitvoering van het tachtig minuten durende werk. Wat niet wil zeggen dat het geen hoogwaardige uitvoering
was. Bij het RPhO onder Gergjev glimt Mahlers muziek als een fris opgepoetste Harley Davidson, en ze
gromt en ronkt op vergelijkbare manier. De schizofrenie en de hysterie van het werk kwamen er goed uit:
koper- en houtblokken bewogen zich van kookpunt naar kookpunt. Pas in het vierde deel, het Andante
amoroso, klaarde de getourmenteerde stemming wat op en viel er in de uitgedunde passages ook
werkelijk fijnzinnigheid te bespeuren. In de zichzelf voortdurend in de rede vallende Finale
legde Gergjev een lijntje tussen Wenen en Moskou: het gebeier klonk naar Russisch-orthodoxe kerkklokken,
de over elkaar spoelende geluidsmassa's naar aanstormende kozakken.
Het meanderende, bij vlagen feeërieke vioolconcert L'arbre des songes van Henri Dutilleux
kenmerkte zich door een koelere aanpak, met name van solist Leonidas Kavakos en viel
vanzelfsprekend naast Mahler onbarmhartig in het niet.
*) Foutje; het was vrijdag
© Frits van der Waa 2007