de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 30 oktober 2007 (pagina 17)
Pas klappen als de dirigent zijn stokje naar beneden doet
Benjamins Orkest , door het Koninklijk Concertgebouworkest onder leiding van Ivan Meylemans. Gezien
op 28 oktober, Concertgebouw, Amsterdam.
Om de vergrijzing een halt toe te roepen en de teloorgang van het muziekonderwijs op de basisschool
enigszins te compenseren, ontplooien ook het Concertgebouw en het bijbehorende orkest allerlei
activiteiten. De ruggegraat van al die activiteiten wordt gevormd door Entrée, de in 1994
opgerichte vereniging voor Concertgebouwbezoekers tot 26 jaar.
Kortingen op grotemensenconcerten en een keur aan speciale activiteiten maken het lidmaatschap
aantrekkelijk. Zo organiseert Entrée een kamermuziekfestival voor jonge amateurs, waarvan
komende zaterdag de finale plaatsvindt.
Veel aandacht was er ook voor het speciale kinderconcert dat het Koninklijk Concertgebouworkest zondag
bracht voor de doelgroep van 6 tot 12 jaar, in samenwerking met Entrée uiteraard. Benjamins Orkest
heette het programma, waarvan het hart werd gevormd door Benjamin Brittens A Young Person's Guide to
the Orchestra, een systematische presentatie van alle instrumentengroepen uit het orkest.
Voor het orkest stond Ivan Meylemans, voorheen trombonist van het KCO en nu assistent van chef-dirigent
Mariss Jansons. Voorafgaand aan zijn voortvarend neergezette vertolkingen van Brittens Guide en de
spetterende Candide-overture van Leonard Bernstein maakte hij het publiek wegwijs in de kunst van
het applaudisseren: 'Je mag pas beginnen met klappen als de dirigent zijn stokje naar beneden doet.' Daar
valt ook voor ouderen nog wat van te leren.
Tot zover was alles dik in orde. Vervelend was alleen dat het overgrote deel van het concert werd
beheerst door de Engelsman Tim Steiner die ingehuurd was als 'animator'. Die heb je in Nederland
blijkbaar niet. De term heeft overigens niets met tekenfilms te maken, maar is hier blijkbaar gebruikt
in de betekenis van 'gangmaker'.
Dat doet Steiner dan ook. Ongetwijfeld hebben de kinderen van de Openbare Basisschool Oscar Carré,
die met djembé's en ander slagwerk naast het orkest zaten, veel lol met hem gehad. De gezamenlijk
in elkaar gezette compositie, Intermezzo 2007, ontleent zijn werking aan kleurrijk getingel en een
paar goed gedoseerde climaxen. De toewijding, te volgen op twee grote videoschermen, spatte ervan af.
Maar het lijkt of Steiner de muzikale intelligentie van kinderen schromelijk onderschat. De middelen die
hij inzet zijn wel erg banaal. Met het op en neer schuiven van een akkoord of het publiek in
vierkwartsmaat oeh en ah laten terugroepen, kweek je niet het concertpubliek van de toekomst
, maar discovolk en klapvee.
En als je bedenkt dat er tienduizenden immigranten zitten te blokken op hun inburgeringscursus maakt de in
kreupel Nederlands vertaalde tekst van het lied De Orkestenman (met de klemtoon op 'or-') nog
duidelijker dat het Koninklijk Concertgebouworkest zich nog maar eens goed moet bezinnen op zijn educatieve
taak.
(Dit laatste stuk is door de redactie beoordeeld als te ongenuanceerd en daarom geschrapt. Maar
ik heb het er hier toch maar weer bij gezet, wat twee weken later was mijn ergernis nog niet geluwd)
© Frits van der Waa 2007