de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 3 december 2007 (pagina 11)
Multi-culti marathon over de stad Jeruzalem
De heilige stad Jeruzalem door Ensemble Ahl Fas, Huelgas Ensemble o.l.v. Paul van Nevel, Groot
Omroepkoor en Schönberg Ensemble onder leiding van Simon Halsey. 1/12, Concertgebouw, Amsterdam.
Radio 4: 4/12, 20.00 uur.
Rampspoed, doodslag, verdriet en verderf zijn de bittere vruchten die in Israël al duizenden jaren
worden geoogst omdat een aantal volkeren elkaar het gebied betwist. Dat zowel joden als moslims Jeruzalem
als heilige stad beschouwen, maakt het conflict nog uitzichtlozer. Maar het heeft in de loop van de
geschiedenis wel mooie muziek opgeleverd. Dat was te horen in de jongste aflevering van de
ZaterdagMatinee, die het karakter had van een multiculturele Jeruzalem-marathon.
De mysterieuze gezangen waarmee het Marokkaanse Ensemble Ahl Fas de middag opende, werden nog een tikje
onthechter door de elektrische versterking, die de geluidsbron verplaatste tot boven de hoofden van de
musici. De solistische onderdelen, zoals het fluitspel van ney-speler Rachid Zeroual, hadden daardoor de
meeste zeggingskracht. Tolerantie en vrede, dronkenschap en extase, en de schoonheid van God kwamen tot
uiting in rondcirkelende melodieön van een ietwat eentonige weelderigheid.
Even ingetogen, maar rijker van schakering zijn de Lamentaties van Jeremia, zoals ze op muziek
zijn gezet door de 16de-eeuwers Don Antonio Mogavero da Francavilla en Orlandus Lassus. De twaalf zangers
van het Huelgas Ensemble gaven beide composities onder leiding van Paul van Nevel een weergaloze
opulentie. De onbekende Mogavero deed slechts een klein beetje onder voor de beroemde Lassus, en vooral
de echo's en herhalingen in de steeds weerkerende slotclaus Jerusalem, convertere ad Dominum Deum tuum
('Jeruzalem, bekeer u tot de Heer uw God') hebben een niet mis te verstane aandrang.
In het afsluitende eigentijdse blok, verzorgd door het Groot Omroepkoor en het Schönberg Ensemble,
was plaats voor een kort werk van de Israëlische componist Meir Mindel, Mijn stad. Het maakt
met zijn vlammende akkoorden wel indruk, maar steunt toch zozeer op gesproken tekst, massaal georeer,
gefluister en geroep dat het een nogal pamflettistische indruk maakt.
Het in opdracht van de Eduard van Beinumstichting gecomponeerde Our van de Libanese componist Zad
Moultaka is gebaseerd op een gedichtencyclus van Etel Adnan, en gaat volgens de componist evenzeer over
Beiroet als over Jeruzalem.
Our (wat eveneens 'stad' betekent) opent met gesis en geritsel, waarna zich vocale golven
ontrollen, begeleid door de nodige tamtam van het slagwerk. De 40-jarige Moultaka weet hoe hij een
muzikaal gegeven moet uitbouwen en zo de aandacht kan prikkelen. Toch is zijn werk erg ongelijkmatig,
doordat de acht delen geen geheel vormen. Het dieptepunt is wel het vijfde deel, een nikserige
opeenvolging van een onbegeleide fluitsolo, een onbegeleide altsolo en dan een combinatie van die twee.
Daartegenover staan dan weer pakkende en opzwepende passages, zoals de grote processie aan het slot. Het
Groot Omroepkoor en zijn dirigent Simon Halsey dwongen respect af door de slecht onderbouwde boog zo
goed en kwaad als het ging drie kwartier lang gespannen te houden.
© Frits van der Waa 2007