de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 17 december 2007 (pagina 11)
Zoetgevooisd Kerstoratorium van Berlioz
L'Enfance du Christ, van Berlioz, door het Limburgs Symphonie Orkest en het Nederlands Kamerkoor
o.l.v. Ed Spanjaard. 15 december, Concertgebouw, Amsterdam.
Door liefhebbers wordt L'enfance du Christ, het kerstoratorium van Hector Berlioz, graag geprezen
om zijn onbevangenheid en ongereptheid. Met een iets andere bril op kun je evengoed spreken van een
nietszeggend werk op een beuzelachtige, door de componist eigenhandig in elkaar geknutselde tekst.
Bij het Limburgs Symphonie Orkest en het Nederlands Kamerkoor, die het werk zaterdag ten uitvoer legden
in het Amsterdamse Concertgebouw, kwamen in elk geval de goede eigenschappen van het werk welluidend naar
voren. Ed Spanjaard, een dirigent die zijn vermogens meer verborgen houdt in het Maastrichtse dan de rest
van de wereld verdient, boetseerde de strijkersklanken liefdevol, mengde er kundig de blazers doorheen,
en hield de muziek voortdurend transparant. Ook de paukenist en het koper lieten zich vooral van hun
fijngevoelige kant horen.
Harry Peeters, die de koning Herodes vertolkte, bracht aanvankelijk, gesteund door de waarzeggers van
het Kamerkoor, nog enig leven in de brouwerij, maar opereerde niet vanuit de schurkenstand die hij op
het operapodium dikwijls met succes weet te benutten. Vanaf de entree van de engelen bepaalden Cora
Burggraaf en Thomas Oliemans als Jozef en Maria het discours, waarmee de zoetgevooisheid de overhand
kreeg. In de loop van de vlucht naar Egypte en de aankomst in Saïs bij de intussen tot gastvrije
huisvader omgevormde Peeters, maakt de zweem van opera die Berlioz' oratorium aanvankelijk aankleeft
plaats voor iets wat het midden houdt tussen een bidprentje en een nachtkaars. Te midden van die
spiritueel gesausde bravigheid bracht verteller Robert Getchell, met zijn stralende tenorgeluid,
ten minste nog een paar lichtpuntjes aan.
© Frits van der Waa 2007