de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 3 januari 2008 (pagina K14)
Bokkige klanken
Bosmans & Bridge, door Mayke Rademakers, cello en Matthijs Verschoor, piano. Quintone.
De vader van componiste Henriëtte Bosmans, die cellist was, stierf toe ze nog maar negen maanden oud
was. Dat de cello vooral in haar vroege oeuvre een belangrijke plaats inneemt, wordt dan ook beschouwd
als een al dan niet bewust eerbetoon aan de vader die ze nooit gekend heeft.
Bosmans was zelf pianiste, en in haar cellosonate uit 1919, gecomponeerd toen ze 24 was, hebben beide
instrumenten een gelijkwaardige en behoorlijk veeleisende partij. Het stuk is uitgesproken stoer, en
heeft een symfonische allure. Modern is het niet, maar componisten van dat soort had je in Nederland toen
nog nauwelijks, en de belofte voor de toekomst die dit werk leek in te houden heeft Bosmans later zeker
waar gemaakt.
Mayke Rademakers en Matthijs Verschoor geven het werk het volle pond aan donkere mysterieuze tonen,
ambigue akkoorden en bokkige klanken, waarna het werk met een grote boog weer terugkeert naar het begin.
Als extraatje volgt nog Nuit calme uit 1926, fraaie muziek vol verstilling die evenwel na zo'n
werk uit één stuk een beetje weinig finaal aandoet.
Het nog jonge duo opereert eendrachtig, met veel kleur en finesse, en een intensiteit die Rademakers'
cellotoon een enkel maal een tikje schel maakt. Even behartigenswaardig zijn hun vertolkingen van werken
van Frank Bridge, die op de cd aan Bosmans' muziek voorafgaan, en inderdaad ook enkele jaren eerder zijn
gecomponeerd. Bridge, die we vooral kennen als leermeester van Benjamin Britten schreef fraaie, veelal
intieme kamermuziek. Zijn Sonate is het meest substantiële werk, waarin de klanken af en toe
extatisch opwaaieren. Drie korte genrestukjes fungeren als intermezzo.
Krill, Mahler en Schumann, door het Erard Ensemble. Binaural.
Carl Krill (1846-1927) was een van de vele Duitse musici die in de negentiende eeuw in Nederland
terechtkwamen. Het Erard Ensemble heeft zijn pianotrio uit 1878, waarmee de componist ooit nog de Prijs
van de Nederlandsche Toonkunstenaarsvereeniging behaalde, uit de mottenballen gehaald en zijn
plaatpremiére bezorgd. Pianist Edward Janning bespeelt, conform de naam van het ensemble, een
echte Erard-piano uit 1863, wat de klank van de muziek mooi open en licht maakt. Als keerzijde heeft de
opname, gemaakt in een van de studio's van het MCO in Hilversum, erg weinig ruimte, zodat je als
luisteraar wel erg bij de strijkers op schoot zit. En ondanks die prijs en de tamelijk avontuurlijke
eendelige, uit zeven segmenten bestaande structuur van het stuk, is Krills muziek toch een beetje
alledaags. In het stuk voor pianokwartet van de 16-jarige Mahler, vrijwel uit dezelfde tijd, sprankelen
toch al zwemen van genialiteit. En datzelfde geldt voor het pianokwartet van Schumann.
Willem van Otterloo: orkestwerken door het Netherlands Radio Chamber Orchestra o.l.v. Micha Hamel en
Thierry Fischer. Challenge.
27 December was de 100ste geboortedag van Willem van Otterloo (1907-1978), die vooral bekend werd als
dirigent van het Residentie Orkest. Eerder bracht Challenge al een doos uit waarmee Van Otterloo's
dirigentenwerk werd belicht. Nu zijn het zijn eigen composities in al wat oudere opnamen van wat toen
nog het Radio Kamer Orkest heette. Vooral in de stukken met veel blazers is te horen hoe jammer het is
dat Van Otterloo het componeren er omstreeks zijn veertigste aan heeft gegeven. En zijn orkestbewerking
van Schuberts Fantasie in F mag er ook zijn, al is het contrast met zijn eigen soms bijna
filmmuziek-achtige klankwereld wel erg groot.
© Frits van der Waa 2008