de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 6 mei 2008 (pagina 15)
Marcons 'Orlando' is vocaal en instrumentaal vuurwerk
Orlando, opera van Vivaldi, door het Venice Baroque Orchestra o.l.v. Andrea Marcon. 3 mei, Concertgebouw,
Amsterdam.
Van opera's met toverij lusten we wel pap, en opera's met waanzin, daar zijn we gek op, dus bij Vivaldi's
Orlando was het echt smullen geblazen, want die heeft het allebei.
En dat het hier een concertante uitvoering betrof kon niet schelen, want de zeven zangers maakten er een
schitterende vertoning van tijdens de allereerste Nederlandse uitvoering van het werk in de
ZaterdagMatinee. Het genre van Orlando is in hedendaagse termen te duiden als sword and sorcery.
Alleen al de entree van de David Lee, een countertenor met Wildersblondering die doodgemoedereerd met de
buik vooruit de trap afdaalde, had toch een allure die duidelijk maakte dat het hier ging om de held
Ruggiero op zijn hippogrief en dankzij Harry Potter weet iedereen tegenwoordig wat dat is. Voor de
partij van de heks Alcina, op wier tovereiland het verhaal zich afspeelt, had de Matinee de kordate mezzo
Manuela Custer geëngageerd.
Echt bekend zijn Vivaldi's opera's niet, al schijnt hij er vele tientallen te hebben geschreven, waarvan
er nog geen twintig zijn overgebleven. Ze zijn niet vrij te pleiten van een zekere ondiepte in de
karaktertekening, en dat geldt ook voor Orlando al valt er op het vocale en instrumentale vuurwerk
weinig af te dingen. Opvallend aan Orlando is het nagenoeg ontbreken van mannenstemmen en een
overmaat aan alt-en mezzo-achtigen, wat komt doordat de vroege 18de eeuw het tijdperk van de castraten
was. Die ene bas, Lorenzo Regazzo, toonde zich in de aria's een eloquente zanger, maar in de recitatieven
een toeteraar. Onder de vijf dames viel Romina Basso op. Maar het was de Canadese alt Marie-Nicole
Lemieux die met haar warme, veelzijdige en genuanceerde voordracht de held Orlando tot leven bracht.
Nadat de verschillende personages twee bedrijven lang achter elkaar aan hebben gelopen in een
aaneenschakeling van kittige aria's en speelse recitatieven, wordt Orlando gek van liefdesverdriet,
waarmee ook de muziek uiteenvalt in brokstukken waarin heg noch steg meer terug te vinden is.
Lemieux gooide zich er helemaal in, smeet met haar muziek, greep zich in het haar en raaskalde dat het
een lieve lust was. Waarna alles toch weer op zijn pootjes terecht kwam, dit alles begeleid door het
Venice Baroque Orchestra van Andrea Marcon, een van de beste Italiaanse barokensembles van het moment,
dat de hekserij hulde in iriserende tokkeltimbres, en een stuwkracht bewerkstelligde die maakte dat
vier uur opera in een vloek en zucht voorbij was.
Over een jaar zijn ze er weer, opnieuw met Vivaldi, maar dan met diens oratorium Juditha triumphans.
© Frits van der Waa 2008