de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 26 mei 2008 (pagina 10)
Gergjevs afscheid biedt vertroosting
Brahms: Ein deutsches Requiem, door het Rotterdams Philharmonisch Orkest en Koor van de Zweedse Omroep
o.l.v. Valeri Gergjev. 23 mei, De Doelen, Rotterdam.
Wat Valeri Gergjev ertoe bewogen heeft om juist Brahms' Ein deutsches Requiem te kiezen als het
werk waarmee hij dit weekeinde afscheid nam als chefdirigent van het Rotterdams Philharmonisch Orkest
is niet recht duidelijk. Gergjev staat bij uitstek bekend om zijn vlammende vertolkingen van grote
symfonieën, en dit Requiem is noch vlammend, noch een symfonie, terwijl de combinatie
Gergjev-Brahms ook niet altijd een vanzelfsprekende is. Maar als je bedenkt dat een requiem over de
eindigheid van alle dingen gaat, is het toch geen kwade keus.
Als bezegeling van een samenwerking die teruggaat tot 1988 en in 1995 uitmondde in Gergjevs benoeming
bood orkestdirecteur Jan Raes de scheidende chef een dvd en een vier schijven tellend cd-album aan,
waarop de hoogtepunten uit die twintig jaar zijn vastgelegd.
Tevens mag Gergjev voortaan de titel honorary conductor voeren, en nam hij de Van
Oldenbarneveldtpenning, een belangrijke onderscheiding van de stad Rotterdam, in ontvangst. Gergjev
blijft in elk geval terugkomen voor het jaarlijkse festival dat zijn naam draagt.
Voor Brahms' Requiem hadden Gergjev en het RPhO zich verzekerd van de goede diensten van het
Koor van de Zweedse Omroep, een gezelschap dat de vele aspecten van Brahms bijbeltekstzettingen met
glans en diverse krachtgradaties naar voren bracht. Gergjev kneedde de golvende stemmenvloed tot
plechtstatige spanningsbogen, hield zowel orkest als zangers voortreffelijk in balans, en kwam zo
tot een uitvoering die, hoewel gewichtig, niet zwaar op de hand was. Van de Poolse bariton Mariusz
Kwiecien kwamen galmende stentorgeluiden en de Noorse invalstersopraan Solveig Kringelborn riposteerde
met een lieftallig vibrato.
Het orkest liet horen dat het onder Gergjevs bewind een intens samenspel heeft ontwikkeld waarbinnen
het koper desgewenst kan ruisen en de strijkers zo nodig kunnen schallen, wat ook in de grote zevendelige
structuur en de overwegend op versmolten veelvoud gerichte orkestklank van Brahms' Requiem goede
diensten bewijst.
Met een ietwat monolithische benadering van het werk bood Gergjev zijn massaal opgekomen gehoor
vertroosting bij zijn afscheid: vertroosting in velerlei gedaanten, ingekeerd dan wel martiaal,
bescheiden dan wel op volle kracht, steeds met de grote lijn voor ogen. Maar 'rusten van de arbeid',
zoals het koor in het slotdeel de zielen van de gestorvenen toewenst, zal er bij workaholic Gergjev
vooralsnog wel niet van komen.
© Frits van der Waa 2008