de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 19 augustus 2008 (pagina 19)
Hier is weer eens vrij veel uit weggeredigeerd. De blauwe stukjes dus.
In Radio Kootwijk klinkt Cage eigenlijk wel vriendelijk
Dag van de Amerikaanse muziek, met het Kamerorkest van de NJO Summer Academy o.l.v. Reinbert de Leeuw e.a. 17 augustus, Radio Kootwijk. Herhaling slagwerkprogramma: Arnhem, 23/8.
Als het over stekelige muziek gaat, spande de in 1992 overleden John Cage onbetwist de kroon. Zo voerde
hij in zijn werk cactussen ten tonele, waarbij het minuscule geluid van de aangetokkelde stekeltjes per
microfoon werd versterkt. Destijds kreeg hij er veel mensen mee op de kast, maar bij het beluisteren van
zijn Branches uit 1976, dat zaterdag werd uitgevoerd tijdens de Gelderse Muziekzomer, valt op dat het
zulke vriendelijke, poëtische klanken zijn. In de hal van het gebouw van Radio Kootwijk
(bij Apeldoorn) leverde een groepje slagwerkers een geconcentreerde vertolking van het stuk, waarbij
tevens een beroep werd gedaan op herfstbladeren, prei, pinda's en ander plantaardig klankmateriaal.
Het programma maakte deel uit van de Dag van de Amerikaanse muziek, een veelzijdige staalkaart van de
dwarse en toch toegankelijke, door ritme gedomineerde klankwerelden die op toondichters uit de VS
blijkbaar een speciale aantrekkingskracht uitoefenen. De feitelijke hoofdpersoon, componist John Adams,
was nog afwezig, maar komt volgende week naar Nederland, waar hij als composer in residence optreedt
bij de NJO Summer Academy, waarvan de activiteiten nauw verweven zijn met de Gelderse Muziekzomer.
Zo bestaat de percussiegroep uit veelbelovende musici die deze maand door hun coach, sterslagwerkster
Tatiana Koleva, wegwijs zijn gemaakt in het gedisciplineerde minimalisme van Steve Reich, de grillige
ritmische densiteit van Frank Zappa's Black Page en de rituele tromslagen van Ron Fords Trarre, maar
ook in het werk van Bernstein en Ellington. Goed voor een avontuurlijke avond waarin klappen ook zacht
mogen zijn en lyriek tot een bruisende climax kan leiden.
Sopraan Sabine Wüthrich en pianist Daniël Kramer zorgden 's middags voor een stemmig intermezzo
met de Hermit Songs van Samuel Barber, met veel beierende klokakkoorden. Wüthrich is een
innemende zangeres, maar zou met wat meer aandacht voor verschillen in karakterisering nog meer kunnen
maken van deze rijkgeschakeerde cyclus.
Wüthrich werd voorafgegaan door het Kamerorkest van de NJO Summer Academy, dat onder Reinbert de
Leeuw een uitmuntende vertolking leverde van Adams' Vioolconcert, dat met zijn mechanisch
voortmeanderende texturen helaas tot de minder geslaagde werken van de componist behoort.
Beduidend spannender was het blok met Adams' pianomuziek. Waar zich in Phrygian Gates de woelige
zielenroerselen alleen nog onder de minimalistische oppervlakte doen gelden breken die grootscheeps baan
in de doorgedraaide kermismuziek van het recentere American Berserk en Hallelujah Junction. Dat was ook te danken aan de bijzondere gaven
van Ralph van Raat, een pianoatleet die duivelskunsten paart aan het vermogen om elke vierkante millimeter
muziek een subtiele eigen tint te geven.
© Frits van der Waa 2008