de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 11 september 2008 (pagina K18)
De urgentie van Beethoven
Beethoven: symfonieën en ouvertures. Anima Eterna o.l.v. Jos van Immerseel. Zig-Zag Territoires (6 cd's).
Vanaf het allereerste akkoord van het eerste deel van zijn Eerste Symfonie is het symfonisch
scheppen van Ludwig van Beethoven doortrokken van een heilig moeten, van de zelf opgelegde plicht zijn
voorgangers Mozart en de toen nog levende Haydn het nakijken te geven. De urgentie die zijn muziek
kenmerkt, is bij de Vlaming Jos van Immerseel en zijn orkest Anima Eterna in goede handen. Het gezelschap,
dat zich bedient van een historisch verantwoord instrumentarium, heeft in twee jaar tijd alle negen
symfonieën plus vijf ouvertures opgenomen, die nu tezamen in een zes cd's tellend doosje zijn
uitgebracht door Zig-Zag Territoires.
Het zijn verfrissende uitvoeringen met veel voors en weinig tegens. In de toelichting legt de dirigent
uitgebreid verantwoording af over de diverse aspecten van zijn uitvoering: de stemtoon, de bezetting,
de tempi en zo meer. Die laatste twee hebben volgens hem veel met elkaar te maken. Want Beethovens hoge,
door sommigen onrealiseerbaar geachte tempi zijn volgens Van Immerseel wel degelijk uitvoerbaar, mits men
de goede instrumenten en de juiste, dus niet te grote bezetting gebruikt.
Zijn interpretaties zijn dan ook monter en voortvarend; vergeleken met de uitvoeringen van Frans
Brüggen, die met zijn Orkest van de Achttiende Eeuw een maatstaf voor de historisch verantwoorde
Beethoven neerzette, aan de aardse kant.
Zo aards dat je bij de soms ietwat ruiggerande hoorns duidelijk hoort dat het om mensenwerk gaat. De
slanke houtblazers zorgen daarentegen voor een fraaie kleuring en een transparant klankbeeld.
Het koor en de solisten in de Negende maken het altijd wat zwaar op de maag liggende
Alle Menschen werden Brüder genietbaarder dan gewoonlijk het geval is.
Bach: Johannes Passion. Concerto d'Amsterdam en La Furia o.l.v. Nico van der Meel. Quintone (2 cd's).
Van de vier versies die Bach in de loop der jaren vervaardigde van de Johannes Passion is de tweede,
die uit 1725, een geliefd alternatief voor de definitieve versie van een jaar of twintig later. Dat komt
doordat het de meest afwijkende variant is. Het verschil zit hem in het begin- en het slotkoor en in een
paar aria's. Overigens gaat het gedeeltelijk om muziek die bekend is, want Bach schoof lustig met zijn
noten van werk naar werk: het openingskoor uit 1725, O Mensch bewein' dein Sünde groß,
belandde uiteindelijk in de Matthäus Passion.
Attractiever, want onbekender, zijn de aria's Himmel reiße, Welt erbebe en Zerschmettert
mich, ihr Felsen und ihr Hügel waarvan de aardschokkende thematiek zijn pendant vindt in steile
chromatische wendingen.
Nico van der Meel, die vooral bekend is als tenor, maar ook dirigeert, is in beide hoedanigheden te
beluisteren op de cd-opname die het barokorkest Concerto d'Amsterdam van deze Johannes heeft gemaakt. Hij
doet niet mee met de nieuwste mode om Bachs passies met een minimum aan zangers te bezetten en zet een
koortje van twaalf zangers plus vijf solisten in, waarbij hij zelf als nummer zes de Evangelist zingt. In
die hoedanigheid neemt hij een iets overtuigender voortouw dan als dirigent: het Vlaamse koor La Furia
weet in de drukste passages de samenhang nog maar net vast te houden.
De geheel Nederlandse cast mag er wezen. Counter Maarten Engeltjes en tenor Marcel Beekman zijn van
dezelfde statuur als Van der Meel, terwijl Machteld Baumans, Matthijs van de Woerd en Frans Fiselier
in elk geval zorgen voor vertolkingen met betrouwbare basiskwaliteiten.
Concerto d'Amsterdam, een barokgezelschap dat al sinds 1991 actief is, brengt op gepaste momenten
floers en schittering aan en doet niet onder voor diverse veel befaamdere collega-orkesten die Nederland
rijk is.
© Frits van der Waa 2008