de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 13 oktober 2008
Tekenfilmfiguren en diertjes bij Disneyficatie van Rossini
La Cenerentola, opera van Rossini door de Nationale Opera. 10 oktober, Muntschouwburg, Brussel.
Herh.: t/m/ 22/10.
Al meteen bij het begin van de jongste enscenering van La Cenerentola dribbelt er een kangoeroe
over het toneel van de Brusselse Muntschouwburg. Herstel: het is een muis of beter gezegd, een
verklede acteur, die samen met vijf knagende collega's in vrijwel elke scène van beeld van
Rossini's Assepoester-opera opduikt. Die muizenplaag is een toevoeging van de Spaanse regisseur Joan Font.
Het geval wil namelijk dat Rossini's librettist Jacopo Ferretti in 1816 de beesten, samen met de pompoen
die een koets werd, de toverende petemoei en het glazen muiltje, heeft weggeschreven uit het verhaal.
In dit dramma giocoso komen geen bovennatuurlijke elementen meer voor. Ter compensatie liet
Ferretti de prins van kleren wisselen met zijn kamerheer, zodat nog minder te twijfelen valt aan de
oprechte liefde van Cenerentola, die valt voor de vermomde prins, en aan het snobisme van de stiefzussen.
Font en zijn ontwerper Joan J. Guillén hebben Ferretti's wijzigingen blijkbaar niet helemaal
kunnen verkroppen, want ze hebben ook de filosoof Alidoro, die in plaats is gekomen van de petemoei,
uitgerust met een tovenaarsjas vol manen en sterren. De hele cast loopt trouwens rond in fleurige
schertskostuums en raar gekleurde pruiken die ontleend lijken aan de bekende tekenfilmversie van dit
verhaal. Daarmee vallen ook de muizen op hun plaats, want bij de Disneyficatie waaraan Rossini hier is
onderworpen mochten vertederende diertjes natuurlijk niet ontbreken.
Die hele aankleding, inclusief ingenieuze decors, oogt fraai, maar verhult tegelijkertijd hoe bitter
weinig Font als regisseur met het verhaaltje en de personages gedaan heeft. Misschien is dat wat veel
gevraagd Rossini's opera's blinken nu eenmaal niet uit door diepgang. Maar desondanks ontbreekt
het vooral titelrolvertolkster Silvia Tro Santafé ten enenmale aan
karakter en speciaal aan lieflijkheid, al imponeert ze met haar vertolking van Rossini's tierlantijnen.
De twee stiefzussen, gezongen door de tweeling Raffaella en Giorgia Milanesi, de stiefvader (Donato di
Stefano) en de verklede kamerheer (Lionel Lhote) gedragen zich soms als tekenfilmfiguren, maar vaker
als ouderwetse operazangers die frontaal en zonder verpinken de zaal toezingen. Javier Camarena
is als de beminnelijke prins nog het meest overtuigend, daarbij geholpen door zijn bekoorlijke, tot
in de hoogste hoogte ongebroken tenorgeluid.
Alle zangers hebben goed gesmeerde kelen en het orkest van de Munt pendelt voortvarend van ouverture
naar finale en slaat piccolospijkers in rap tempo op de kop. Dat daarbij de linker- en de rechterhelft
van de orkestbak een enkele maal het contact met elkaar dreigen te verliezen mag het avondje onbekommerd
vermaak niet deren.
© Frits van der Waa 2008