de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 18 november 2008 (pagina 15)
Eenheid in goede uitvoering van tweeluik Bartók en Janácek
Janácek en Bartók , door het Noord Nederlands Orkest o.l.v. Michel Tabachnik. 16/11, De Doelen, Rotterdam.
De koppeling die het Noord Nederlands Orkest heeft gemaakt tussen de opera Blauwbaards Burcht van Bartók
en Janáceks Het dagboek van een verdwenene lijkt zo vanzelfsprekend: in beide stukken gaat het over
niet geheel heldere gebeurtenissen die model staan voor innerlijke roerselen, en in beide gevallen is
eerder de muziek dan de handeling de dragende factor. Toch is die combinatie pas sinds vorig jaar
mogelijk, toen Geert van Keulen zijn fraaie ensemblebewerking van het oorspronkelijk voor piano en stemmen
gecomponeerde Dagboek produceerde.
Het Noord Nederlands Orkest heeft de double-bill nog meer eenheid gegeven door regisseuse Miranda
Lakerveld uit te nodigen, die de twee semi-scènische uitvoeringen van dit weekeind voorzag van welsprekend
meerduidige filmbeelden van sleutels, indringende oogopslagen en gesolariseerde landschappen.
Het klopte in al zijn onnadrukkelijkheid wonderwel met de muziek, waarvoor eerst een ensemble van
solo-instrumentalisten aantrad en vervolgens het voltallige orkest, die onder aanvoering van chef-dirigent
Michel Tabachnik frappant goede uitvoeringen leverden.
De Nieuw-Zeelandse bas Jonathan Lemalu blonk uit als Blauwbaard, terwijl de Nederlandse sopraan Martina
Prins (voorheen Maartje Rasker) zich zelfs in de grote orkestrale uitstulpingen heel goed staande hield.
Toch zijn de verschillen tussen de delen van het nieuwe tweeluik minstens zo groot als de overeenkomsten.
Blauwbaard is ondanks zijn lengte van slechts een uur een echte opera, wat niet alleen tot uiting komt in
de grote orkestbezetting, maar ook in de brede dramatische golfslag. Dagboek is en blijft kamermuziek:
21 intieme miniatuurtjes met een vluchtige adem.
Het is dan ook jammer dat tenor Peter Hoare daar afbreuk aan deed door zijn overigens welluidend
stemgeluid tot in de achterste uitgestorven rijen van de Doelenzaal te slingeren.
© Frits van der Waa 2008