de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 22 november 2008 (pagina 07)
Vijf vlees-noch-vissige en bijzonder drabbige kasplantjes
East meets West door het Ensemble Modern o.l.v. Kasper de Roo. 20 november, Concertgebouw, Amsterdam.
Als een plantenkweker een nieuwe soort wil creëren is hij maanden, zo niet jaren in de weer met stekken
en enten voor hij een verkoopbaar product heeft. Zo niet in de muzieksector die zich bezighoudt met
fusion en cross-over. Daar komt elk samenwerkingsverband zonder fatsoenlijk op
levensvatbaarheid te zijn doorgemeten meteen op het podium terecht en niet op de geringste podia.
Zo bracht donderdag het Ensemble Modern in het Concertgebouw een programma onder het motto 'East meets West',
waarin vijf pogingen werden gedaan de Indiase muziekcultuur, die berust op improvisatie en orale
overlevering, te combineren met de westerse wijze van musiceren, namelijk van een blaadje papier.
Onmogelijk is dat niet. In een van de vijf gepresenteerde stukken, The Master's Tanpura van Dhruba
Ghosh, schemerde zelfs iets door van een geslaagde combinatie van een Indiase tongval en een westers
vormbesef. Toch deed zich ook hier een bijna pijnlijk contrast voor: nadat de musici een poos hadden
zitten prutsen met drie steriele tonen ontvouwde Ghosh, die zelf soleerde op de sarangi
(een soort knievedel) met diezelfde drie tonen een ware microkosmos aan timbres en glijdende frequenties.
Het Ensemble Modern was slim genoeg om de vijf vlees-noch-vissige kasplantjes in een effectieve volgorde
te zetten. Op het on-Oosterse en bijzonder drabbig geïnstrumenteerde De oorsprong van de klank
van Ashok Ranada en Sandeep Bhagwati volgden twee kunstmatig aandoende kruisbestuivingen.
Het concert werd besloten met een geestig stuk van slagwerker Ganesh Anandan, dat een niet-modulerende
bluestoonladder paarde aan de pulserende sound van een big band, maar behalve een cd met omgevingsgeluid,
een solootje van Anandan zelf en een elfdelige maatsoort niets exotisch bevatte.
© Frits van der Waa 2008