de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 3 augustus 2009
Kamermuzikanten spelen met vuur
Delft Chamber Music Festival. Museum Het Prinsenhof, Delft. T/m 9 augustus.
Als je bedenkt dat het Prinsenhof in Delft eigenlijk een klooster is, maar wel de plek waar in 1584
Willem van Oranje door een sluipmoordenaar werd doodgeschoten, is het thema ven het kamermuziekfestival
dat zich daar deze week afspeelt raak gekozen. Onder de paraplu 'oorlog en vrede' heeft Liza Ferschtman,
violiste en artistiek leider van de jaarlijkse muziekontmoeting, een bonte hoeveelheid muzikale en
historische thema's bijeengebracht. De moord op de Vader des Vaderlands zit er niet bij, maar wel de
Vrede van Münster, waarmee in 1648 een eind kwam aan de Tachtigjarige Oorlog.
Het motto biedt onderdak aan subthema's als 'Het Volkslied' en 'Innerlijke strijd', maar ook aan een
Nederlandse première van Zwarte Bloemen, waarin Josef Malkin gedichten over de
jodenvervolging heeft getoonzet.
Bij het openingsconcert, afgelopen vrijdag, gaat het meteen verre van zachtzinnig toe, wanneer de
pianisten Elisabeth Leonskaja en Aleksandar Madzar hem in Schuberts vierhandige Lebensstürme
van jetje geven. Op dat moment is de temperatuur op de met glas overdekte binnenplaats van het Prinsenhof
nog draaglijk, maar weldra doet zich het broeikaseffect voor dat alle toehoorders doet delen in de hitte
van de muzikale strijd. Want er wordt met vuur gespeeld: de door Ferschtman uitgenodigde muzikanten spelen
met geestdrift en passie.
Zo beleeft Dvoraks Tweede Pianokwintet een schuimende uitvoering, net als Erich Wolfgang
Korngolds Trio uit 1909, dat de volgende dag klinkt. Het is een verbazend stuk, waarin de alle
kanten uitschietende fantasie wordt beteugeld door een hechte samenhang tussen de gebruikte motieven. De
wetenschap dat Korngold nog maar twaalf jaar was toen hij deze muziek schreef, maakt de ervaring des te
verbluffender.
Hoewel de uitvoerenden, allen musici van internationaal kaliber, eendrachtig zijn in hun bevlogenheid,
verraadt het soms wat ongepolijste karakter van de uitvoeringen dat ze niet dagelijks samenspelen. Anders
is dat bijvoorbeeld wanneer Ferschtman samen met haar vader, de cellist Dmitri, een Duo van Erwin
Schulhoff ten gehore brengt. Gedreven snarenspel paart zich aan een bijna ongebreidelde inventiviteit
van de in een concentratiekamp omgekomen componist.
Een vergelijkbare ervaring doet zich voor tijdens het optreden van het Israëlische Aviv Quartet
met het Eerste Strijkkwartet van Tsjaikovski. Het viertal produceert een geacheveerd geluid, en
weet in de Finale een uitbundigheid te bereiken waardoor de muziek klinkt alsof ze in één
niet aflatende stroom van inspiratie is opgeschreven.
Een groter contrast dan met de in hetzelfde concert uitgevoerde Zeven romances op gedichten van
Alexander Blok van Dmitri Sjostakovitsj is nauwelijks denkbaar, al staat ook hier het niveau van de
uitvoering, met sopraan Charlotte Riedijk in de hoofdrol, als een paal boven water. In Sjostakovitsj'
karige, dikwijls niet meer dan tweestemmige muziek, zitten evenveel voetangels en ironie verborgen als
in de teksten van Blok die natuurlijk allesbehalve 'romances' zijn. Zelfs in de slotzang, waarin de
vertroosting van de muziek wordt bezongen, wordt het happy end wreed onderuitgehaald. Maar zulke
zwartgallige voetnoten horen de komende dagen in Delft wel tot de uitzonderingen.
© Frits van der Waa 2009