de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 10 oktober 2009
Uitmuntende muziek laat 'Saul' klinken als een opera
Saul van Händel, door de Nederlandse Bach Vereniging o.l.v. Jos van Veldhoven. 8 oktober, Vredenburg
Leidsche Rijn, Utrecht. Herh.: Naarden (10) en Rotterdam (13/10).
De macht der muziek is in bijbelverhalen vaak groot, maar juist in het verhaal van David, de muzikale
jongen die koning van Israël werd, houdt het niet over. Davids harpspel is niet in staat de
depressies en woedeaanvallen van zijn voorganger Saul te beteugelen.
Het heeft Georg Friedrich Händel niet belet in 1738 veel machtige muziek in zijn naar Saul vernoemde
oratorium te verwerken. Nagenoeg alle instrumenten schitteren in fraaie soli. Maar de opvallendste
bijdrage is die van een carillon dat luid mee klingelt in het welkomstkoor voor David.
Bij de Nederlandse Bachvereniging klinkt die passage in volle glorie, dankzij de mobiele beiaard van
Boudewijn Zwart. Het duurt maar een paar minuten, maar gaat letterlijk met toeters en bellen, want de
trombones doen ook mee. Koor en orkest munten onder Jos van Veldhoven drie uur lang uit in energiek spel
met een rijk dynamisch palet.
Hartveroverend zijn countertenor Daniel Taylor (David) en Maria Keohane (Sauls dochter Michal), die vooral
in hun liefdesduet loepzuivere samenzang laten horen. Voor de rollen van Saul en Jonathan tekenen
Christopher Purves en Charles Daniels, twee door de wol geverfde Engelse zangers. Siri Karoline Thornhill
komt als Michals onaardige zus Merab wat draagkracht tekort.
Saul is een oratorium, dus voor de concertzaal gecomponeerd, maar het is net een opera. Je ziet de
triomferende legers in gedachten langstrekken. Het orkest laat horen dat Saul misgooit met zijn speer.
Nog beeldender is het spookachtige tafereel waarin de heks van Endor de dode profeet Samuel oproept.
Hoewel er desondanks ook veel van de gebruikelijke Händelrijstebrij genuttigd moet worden, zijn
de muzikale krenten van een bovengemiddelde kwaliteit.
© Frits van der Waa 2009