Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 13 november 2009

Cecilia Bartoli hoeft haar mond maar open te doen, of er is ozon

Cecilia Bartoli en Il Giardino Armonico o.l.v. Giovanni Antonini. 10 november, Concertgebouw, Amsterdam.

Even lijkt het of Zwarte Piet de trappen van het Concertgebouw komt afstormen, maar nee, het is toch echt Cecilia Bartoli, getooid met een flambard met struisveren, een zwarte mantel met rode voering en een overhemd met lange ruches.

Niet voor niets heeft de Italiaanse mezzo zich in mannenkleren gestoken. Haar programma bestaat uitsluitend uit castraten-aria's. Net als haar cd Sacrificium is het een ode aan de minstens honderdduizend jongetjes die in de 17de en 18de eeuw werden verminkt in de hoop op een roemrijke zangerscarrière – en tegelijkertijd aan de fantastische muziek die die gruwelpraktijk heeft opgeleverd.

Bartoli hoeft maar om zich heen te kijken of er springt een vonk over. Ze hoeft haar mond maar open te doen of er hangt ozon in de lucht. En als ze uitbarst in langgerekte vocalen of uitbundige fiorituren kun je alleen maar aan haar lippen hangen. Bartoli verleent de door haarzelf uit de archieven opgediepte aria's een frisheid die op geen enkele manier doet vermoeden dat ze al weken aan het toeren is.

Daarbij is ze ook nog eens genereus. Haar optreden duurt bijna drie uur, omvat twaalf kloek bemeten aria's en reikt van de innigste pianissimo's tot felle uitbeeldingen van noodweer en lawines – evenzoveel metaforen voor de uitwerking van de liefde.

Een werkelijk grote stem heeft Bartoli niet, maar ze weet precies waar haar sterke kanten liggen: in de vocale topturnkunst van de operacomponisten uit de barok, die haar stralende stem optimaal doet uitkomen.

De belangrijkste leverancier van Bartoli's programma is Nicola Porpora, een tijdgenoot van Bach, wiens inspiratie door de castratenkelen tot grote hoogten werd opgestuwd. Maar zijn muzikale schilderkunst bevat ook intiemere beelden, zoals de nachtegalen-aria Usognolo sventurato. Collega Leonardo Leo bereikt even teerhartige effecten met Qual farfalla, waarin de zangeres het gefladder van een vlinder uitbeeldt.

Dankzij het aandeel van Giovanni Antonini, dirigent van het barokensemble Il Giardino Armonico, krijgt het publiek twee sterren voor de prijs van een. Antonini maakt met zijn Pinocchiobeentjes op het eerste gezicht een grappige indruk. Maar hij zoekt met zijn orkest voortdurend naar de uiterste aanscherping en verfijning, gaat risico's niet uit de weg, en ontpopt zich tussen bedrijven door als begenadigd blokfluit- en traversospeler, die als een faun over het podium danst. Dat belooft wat voor zijn gastdirectie bij het Koninklijk Concertgebouworkest, eind deze maand.

In de loop van haar optreden metamorfoseert Bartoli geleidelijk aan naar een meer feminiene verschijning, al buigt ze voor de gelegenheid als een man. De laatste toegift, visueel en vocaal een alles overtreffende trap, gaat over Jupiter, wiens almacht een parallel vindt in Bartoli's goddelijke allure. Maar even later neemt ze toch weer zonder een spoor van hooghartigheid bedankjes en boeketten in ontvangst. Het is onmogelijk om niet van haar te houden.


© Frits van der Waa 2009