de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 16 januari 2010
Fris zijwindje van Jan Zekveld voor het Brabants Orkest
Beethoven, Mendelssohn, Brahms en Verdi door het Brabants Orkest en het Brabant Koor o.l.v. Christoph Poppen. 14 januari, Muziekcentrum Frits Philips, Eindhoven. Herhaling: Tilburg (16) en Den Bosch (17/1).
Terwijl de meeste orkesten in Nederland zich hoe langer hoe meer naar het midden van de weg bewegen, is er bij het Brabants Orkest (HBO) sprake van een fris zijwindje. Dat komt voor een flink deel op het conto van Jan Zekveld, die vermaard is geworden als programmeur van de ZaterdagMatinee en nu bij de Brabanders is aangesteld als 'artistiek manager'.
De koers van Zekveld is volgens de copywriter van het orkest (iemand die nog steeds graag de middenstreep opzoekt) 'even verrassend als vertrouwd'. Dat betekent dat het vaste HBO-publiek dit seizoen toch wel een paar stukken of combinaties van stukken te horen krijgt die het niet van te voren kan hebben zien aankomen.
De Vierde Symfonie van Carel Anton Fodor in een Weber/Beethovenprogramma bijvoorbeeld, of een programma met Gabrieli, Dutilleux en Beethoven (uit respectievelijk de 16de, 20ste en 19de eeuw). Bijzonder is ook het concert van volgende week waarin werk van composer-in-residence Theo Verbey als spil fungeert.
Ook bij het programma dat het Brabants Orkest deze week presenteert, is de hand van Zekveld onmiskenbaar, zout in de pap. De hoofdschotel zijn de Quattro pezzi sacri van Verdi, met in het voorprogramma de Altrapsodie van Brahms. Een mooie koppeling, maar tot zover is er niets aan de hand. Het listige muzikale rijm zit hem in de twee zelden uitgevoerde stukken in de aanhef: het zeer korte Elegischer Gesang van Beethoven, en Mendelssohns Hymne voor alt, koor en orkest. Het moet ook nog een leuk lokkertje voor de Franse alt Natalie Stutzmann zijn geweest, die enkel voor de Altrapsodie, een stuk van en kwartiertje, misschien niet vier dagen lang naar Brabant had willen komen.
Stutzmann, in de veertig, is een grootheid wier ster nog steeds rijzende is. Door haar uitermate terughoudend gebruik van vibrato doet haar diepe contra-altstem af en toe denken aan een heel lage panfluit. Zo heel luid zing ze niet eens, maar de intensiteit die uit haar vertolkingen spreekt, is verbazend.
Mendelssohns Hymne bevat een koraal en een fuga en wijst daarmee terug naar Bach. Stutzmann, op de voet gevolgd door het koor, brengt de deemoed en de gelukzaligheid die hier domineren bescheiden maar expressief tot klinken.
In Brahms' verklanking van Goethe mag ze ook donkerder registers aanspreken. De desolate stemming van het begin wijkt gaandeweg voor een devote gebedssfeer, waaraan de mannen van het koor een sonore bijdrage leveren.
Vakdirigent Christoph Poppen, gepokt en gemazeld bij een aantal Duitse radio-orkesten, geeft het orkestaandeel een lichte toets. Op die manier gepresenteerd kan Brahms bijna beschouwd worden als colorist. En aan de hand van de romige strijkers in het Elegischer Gesang zou je van Beethoven hetzelfde kunnen zeggen.
Het Brabant Koor, dat gedurende het hele programma actief is, besluit de krachtproef met een imposante vertolking van Verdi, die in zijn gewijde gezangen soms op wel erg aardverschuivende wijze de hemel bestormt.
© Frits van der Waa 2010