de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 29 maart 2010
Humor is een ernstige zaak in Widmanns strijkkwartetten
Jörg Widmann Centraal. Minguet Kwartet e.a. 26 en 27 maart, Concertgebouw, Amsterdam.
Aan het instuderen van Jörg Widmanns Derde Strijkkwartet moet een pittige vocale krachttraining vooraf zijn gegaan. De strijkers van het Minguet Kwartet ontpopten zich vrijdag in de Amsterdamse Kleine Zaal tot ware schreeuwers, eerst nog tamelijk bescheiden met Hé en Ha!-geroep, maar later met rauwe karatekreten. Het sloot wonderwel aan bij hun gestreken muziek, waarin Widmann een vrolijk dansend snippertje uit Schumanns Papillons bij de kladden neemt.
Zoals het een Duitse componist betaamt, steekt Widmann in dit frenetieke Jagdquartett niet onder stoelen of banken dat humor een ernstige zaak is. Dit werk vormt samen met zijn andere vier kwartetten eigenlijk een vijfdelig superkwartet. In zijn Vijfde Strijkkwartet, dat ook te horen was tijdens de twee avonden van Widmann Centraal, laat de 37-jarige componist opnieuw horen dat hij niet voor niets geldt als de coming young man van het Duitse componeren. Het is een genadeloze verkenning van het spanningsveld tussen modernisme en traditie.
Dit keer richt hij de blik op de fugatechniek. De vier strijkers presenteren een raamwerk waarin reminiscenties aan Bach en Beethoven onderworpen worden aan voortdurende deconstructie wat de ene keer klinkt alsof er noten weggegumd zijn, dan weer alsof de muziek gierend uit de klauwen loopt. Maar telkens blijkt dat schijn. En steeds is er als rustpunt die toegevoegde sopraanpartij, die aan de hand van het boek Prediker maant: 'Alles is ijdelheid'.
Widmann, die even goed klarinet speelt als componeert, speelt zelf mee in zijn Sphinxensprüche und Ratselkanons. Er klinken inderdaad canons, maar verder overheerst het surrealisme de referenties aan de traditie. Soms duikt Widmann samen met sopraan Claron McFadden en pianist Oliver Triendl het binnenwerk van de piano in, waaruit ze ketsende geluiden oprakelen. Multiphonics, simultaan fluiten en zingen, totale kaalslag: Widmann steekt zijn nek ver uit.
De tweede avond was het vooral de instrumentalist Widmann die aan bod kwam, met Stravinsky's Histoire, Schumanns Phantasiestücke en de Klarinetsonate van Mendelssohn. Het dubbeltalent van Widmann kwam feilloos tot uiting in Bartóks Contrasten, waarin hij samen met Triendl een verbazende versmelting van de piano- en de klarinetklank bereikte . Widmann toont zich hier een muzikant die denkt als een componist en dat leidt tot verbluffende resultaten.
© Frits van der Waa 2010