Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 2 september 2010

Bariton vertolkt Mahlers euforie, weemoed en verlangen perfect

Mahler en Bruckner, door het Gustav Mahler Jugendorchester o.l.v. Herbert Blomstedt. 31 augustus, Concertgebouw, Amsterdam.

Eigenlijk is het jammer componisten gewoonlijk niet zelf de teksten schrijven die ze op muziek zetten. Want die enkele keer dat ze dat wel doen, zoals Gustav Mahler in zijn Lieder eines fahrenden Gesellen, levert dat een mooi inkijkje in de psyche van de multidisciplinaire kunstenaar. In Mahlers teksten springt – naast een onwaarschijnlijke hoeveelheid uitroeptekens – vooral in het oor hoezeer klank en kleur zijn leefwereld beheersten: er is sprake van zilverig lachen, en van klingelende klokjes, wat meteen zijn pendant vindt in de muziek.

Deze intrigerende integratie van taal en klank was dinsdag in goede handen bij de Duitse bariton Christian Gerhaher, die in het laatste Robeco-zomerconcert van dit seizoen de solopartij vertolkte bij het optreden van het Gustav Mahler Jugendorchester. Gerhaher paart een lichte, open klank aan een volstrekt natuurlijke declamatie en een subtiel kleurvermogen waarmee hij de euforie, de weemoed, het verlangen en de bij Mahler altijd aanwezige weltschmerz perfect naar voren brengt.

Het orkest – al sinds de oprichting in 1986 een van de beste jeugdorkesten ter wereld – zorgde voor welsprekend weerwerk, met timbres die geheel in de geest van componist nauw aansloten bij de vocale component. In de vurigste passages nam Gerhaher een enkele maal te voortvarend het voortouw, zodat het orkest iets achter leek te blijven, maar dat deed gen afbreuk aan het welslagen van de uitvoering.

Voor het orkest stond de 83-jarige veteraan Herbert Blomstedt, die zijn kwaliteiten eens te meer bevestigde bewees in een indringende lezing van Bruckners Negende Symfonie. Of de jonge musici zich van adequate gehoorbeschermers voorzien hadden was vanuit de zaal niet te zien. Zo niet, dan legden ze hier de basis voor een stevige tinnitus op latere leeftijd.

Toch was de uitvoering niet van raffinement ontbloot, dankzij Blomstedts vermogen om de Rijksdag-achtige proporties van de symfonie in het juiste perspectief te zetten, waarbij hij er tegelijkertijd in slaagde om de in wezen nogal eenvormige muzikale legoblokken waaruit Bruckner zijn muziek opbouwt een innerlijk leven te geven. Wat niet wegneemt dat het aan de Lieve Heer opgedragen werk, met zijn lengte van bijna een uur, toch allereerst aandoet als een muzikale mantra van een verpletterende onverzettelijkheid.


© Frits van der Waa 2010