Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 16 januari 2012

Muzikale toverkunsten en visuele verrassingen

De nachtegaal en andere fabels, van Igor Stravinsky, door De Nederlandse Opera o.l.v. Robert Lepage en Xian Zhang. 12 januari, Muziektheater, Amsterdam. Herh. t/m 22/1. Radio 4: 21/1, 19.00 uur.

Een operavoorstelling die begint met een bloemlezing van korte liedjes, koorstukken en instrumentale muziek is bepaald ongewoon. Het is het listige antwoord van de Canadese regisseur Robert Lepage op het probleem dat Igor Stravinsky maar één avondvullende opera heeft geschreven, terwijl zijn oeuvre toch bol staat van kortere stukken die smeken om een enscenering.

De samenstellende onderdelen van de voorstelling De nachtegaal en andere fabels, nu te zien bij De Nederlandse Opera, stammen allemaal uit Stravinsky's 'Russische' periode – pakweg de jaren 1908-1918 –, maar zijn desondanks heel divers. Toch komen ze onder één noemer te staan, juist doordat Lepage zich bedient van in wezen simpele en volstrekt traditionele theatertechnieken.

Dat begint al in de proloog met minimuziekjes – die overigens meer dan Stravinsky's latere werk verraden hoe veel hij te danken had aan de volksmuziek van zijn vaderland. Het is een even logische als verbluffende vondst om deze bescheiden compositietjes te combineren met de simpele techniek van het handschimmenspel – het konijntje op de muur zogezegd. Alleen zijn de illusies die de schimmenspelers hier op het doek werpen een stuk geraffineerder, en zo overtuigend dat het publiek herhaaldelijk in oh's en ah's uitbarst.

In De Vos, een nogal gewelddadige, in voortdurend staccato vertelde dierenfabel uit 1916, worden de haan, de vos, de kat en de bok uitgebeeld door dansers en acrobaten, opnieuw als een schimmenspel, nu vanachter het scherm. De zangers, die staand tussen de musici van het Residentie Orkest het verhaal vertellen, zijn gestoken in schitterende Russische kostuums. De Chinese dirigente Xian Zhang laat van meet af aan horen dat ze precies weet hoe ze bij Stravinsky de puntjes, trema's en andere accenten op de i moet zetten - of het nu gaat om boertige kwinkslagen, dwars lopende baslijnen of de betoverende klankmengsels die na de pauze aan bod komen in De nachtegaal, een operaatje naar het sprookje van Andersen.

Ditmaal zet Lepage marionetten in, die door de zangers zelf bediend worden. De kleurrijke kostuums zijn van een duizelingwekkende pracht. Maar het meest spectaculaire is de onder water gezette orkestbak, waarin bootjes, Chinese draken, en diverse personages hun opwachting maken. Dat het marionettenspel wat erg subtiel is voor een grote zaal als die van het Muziektheater wordt in het derde bedrijf op spectaculaire manier ondervangen met de entree van de Dood, die juist weer gigantisch groot is. De nachtegaal zelf heeft zowel de gedaante van een fladderend vogeltje aan een lange steel als die van sopraan Olga Peretyatko, die nog bekoorlijker zingt dan ze eruitziet. Ook de overige zangers van de overwegend Russische cast en het koor van De Nederlandse Opera dragen flonkerende vocale steentjes bij aan deze gedenkwaardige voorstelling, waarin muzikale toverkunsten en visuele verrassingen elkaar alleen maar versterken.


© Frits van der Waa 2012