de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 28 januari 2012
Bach in uniek perspectief
Bach na Bach, door de Nederlandse Bachvereniging o.l.v. Ed Spanjaard. 26 januari, Geertekerk, Utrecht. Herh.: Kampen (28), Rotterdam (29/1).
Voor veel spelers en luisteraars van klassieke muziek is het werk van Bach een ijkpunt. Maar wat gebeurt er als je aan je ijkpunt gaat sleutelen? Op die vraag geeft de Nederlandse Bachvereniging een antwoord een van de vele mogelijke in het programma Bach na Bach. Zo'n uitstapje naar recentere eeuwen is op zichzelf al uitzonderlijk, want als bij dit gezelschap ander werk dan dat van de naamgever op de lessenaar staan gaat het vrijwel altijd om barokmuziek. Onder aanvoering van de alleskunner Ed Spanjaard maakt het koor van de Bachvereniging er een belevenis van.
Componisten uit de romantiek snapten Bach niet altijd. Dat ze het in onbruik geraakte klavecimbel vervingen door een piano is begrijpelijk, maar daar lieten ze het niet bij. Zo 'completeerde' Gounod de rimpelende akkoorden van een van Bachs preludes met een devote Ave Maria-melodie, terwijl de geëxalteerde cellonoten die Ignaz Moscheles over twee andere Bach-stukken heenlegde vooral aandoen als een koddig misverstand.
Dan voelde Mendelssohn zijn grote voorganger beter aan: de schitterend verweven koorpartijen in zijn koraalbewerking Aus tiefer Not schrei ich zu dir zijn zelfs nauwelijks van het echte Bachwerk te onderscheiden. Ook Brahms , hier vertegenwoordigd met een motet en een korte mis, wist blijkbaar heel goed hoe hij in oude stijlen moest componeren, al staat zijn muziek toch wat verder van Bach af.
Het programma krijgt een uniek muzikaal perspectief dankzij een twaalftal koraalbewerkingen uit het Chorbuch dat Mauricio Kagel in de jaren zeventig componeerde. Kagel legt de akkoorden van Bach beurtelings in een piano en een harmonium en fragmenteert ze tot ze bijna onherkenbaar zijn. Dat combineert hij met zwalkende koorpartijen van eigen vinding, waarin de teksten van de oude kerkgezangen met behulp van fluisteren, schreeuwen en knarsen extra kracht wordt bijgezet. Het koor bedient zich zelfs van scheepsroepertjes een knipoog van de componist naar de traditionele taferelen van engelen met bazuinen. Elk Kagelkoraal wordt voorafgegaan door het origineel van Bach, wat fascinerende contrasten, maar soms ook onverwachte raakpunten oplevert.
Bach zelf krijgt natuurlijk het laatste woord met een luisterrijke vertolking van zijn monumentale motet Jesu meine Freude. Datzelfde stuk,dan gezongen door het Vocalconsort Berlin, is morgen een van de speerpunten bij de Bachdag in het Amsterdamse Muziekgebouw, waar ook minder orthodoxe bewerkingen aan bod komen. En een week later is daar ook de grote violist Gidon Kremer te gast met een hele reeks Bachbewerkingen van Russische componisten. Zo bezien is er nooit een eind aan Bach.
© Frits van der Waa 2012