de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 25 april 2012
Gekwetter tussen de stekels
Birtwistle: Complete String Quartets, Arditti Kwartet. Aeon.
Luisteren naar de muziek van Harrison Birtwistle is als wandelen door een cactussentuin. Dat geldt in het bijzonder voor zijn strijkkwartetten, waarin alle luxe van een orkestrale bezetting ontbreekt. Birtwistle (68), die wordt beschouwd als Engelands grootste levende componist, hanteert een idioom dat veelvormig en verrassend is, maar ook stekelig en ongenaakbaar.
Niet zelden wordt de textuur gereduceerd tot een enkele toonhoogte, en tussen de frases zitten veel cesuren en stiltes. Wat niet wegneemt dat er ook ruimte is voor lyriek en woest gekwetter, als van een zwerm geschrokken vogeltjes.
Als je zo spaarzaam omgaat met je materiaal, is de zeggingskracht van elke afzonderlijke toon des te groter. Daaraan schort het geenszins bij het Arditti Kwartet, dat Birtwistles complete strijkkwartetten (twee stuks) op cd heeft gezet.
Het ééndelige The Tree of Strings is het meest bezonkene van de twee, al barst de muziek halverwege los een in dansje met knikkende knieën. De deeltjes van het even lange 9 Movements komen uit dezelfde koker, maar hebben niet de dwingende samenhang van dat jongste kwartet.
La Tricotea: Cancionero de los Vientos. Attacca.
Middeleeuwse muziek op saxofoon? Dat is vloeken in de kerk tot je La Tricotea hebt horen spelen. Dit kwintet wordt aangevoerd door barokhoboïste Alayne Leslie en bestaat verder uit twee saxofonisten, een barokfagottist en een slagwerkster.
Tussen barokinstrumenten en saxen gaapt al een kloof van een eeuw of twee en de muziek die ze hier spelen reikt van dansen uit de 13de eeuw tot een motet van de 16de-eeuwse componist Tomás Luis de Victoria. Maar al die tijd- en stijlverschillen worden overbrugd door het voldragen muzikantendom van het ensemble.
Vooral de saxen weten hun timbres zo subtiel te kleuren dat je op het eerste gehoor denkt aan ouderwetse chalumeaus. Omdat historische correctheid geen rol meer speelt, kon het ensemble kiezen uit de topstukken van drie eeuwen. Maar om topzwaarheid te vermijden zijn er ook twee blokjes met villanescas en oude dansjes.
Cellosonate en pianotrio van Chopin. Transart.
Naast pianisten heeft Chopin eigenlijk alleen cellisten iets voorgezet waar ze hun tanden in kunnen zetten. De cellosonate, die hij drie jaar voor zijn dood voltooide, krijgt op deze cd een warmbloedige vertolking van de 32-jarige Franse cellist Antoine Pierlot.
In het pianotrio, een veel vroeger en iets minder overtuigend stuk, dient violist Olivier Charlier hem fraai van repliek.
Jammer alleen dat pianist Abdel Rahman El Bacha minder koloriet en diversiteit uit zijn instrument haalt dan Chopin verdient. Het geestdriftige applaus bij deze live-opnamen lijkt dat overigens te weerspreken.
© Frits van der Waa 2012