Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 30 april 2012

Sterviolist Repin blinkt uit met MacMillan

Bartók, MacMillan en Sjostakovitsj, door de Radio Kamer Filharmonie o.l.v. James MacMillan. 28 april, Concertgebouw, Amsterdam.

Al twee jaar is het Vioolconcert van James MacMillan (52) bezig met een wereldtournee. In mei 2010 werd het ten doop gehouden door het London Symphony Orchestra, een van de vier opdrachtgevers. De ZaterdagMatinee van het Concertgebouw in Amsterdam kwam dit weekeinde als laatste van het viertal aan de beurt, maar had toch een eigen primeurtje: het was de eerste uitvoering die door de componist zelf gedirigeerd werd. De solist was, net als bij de voorgaande uitvoeringen, sterviolist Vadim Repin, aan wie het werk is opgedragen.

Dit Vioolconcert getuigt van een overweldigende behoefte aan dramatiek en expressie. Lof voor Repin, die in het eerste en laatste van de drie delen de eigenschappen van een snelzagerij en een notenfontein in zich verenigt, en zich daarbij geen moment laat ondersneeuwen door het orkest. Het helpt dat MacMillan de vioolpartij gewoonlijk in een ander register en vaak ook in een andere toonsoort legt dan de begeleiding. Wat het spannend maakt, is dat de muziek voortdurend onderweg is: van dissonant naar harmonieus en van orde naar chaos en omgekeerd. Zo bewandelt ze het hele spectrum tussen hemelse blijmoedigheid en diepste zwartgalligheid. Dat verveelt geen moment en is nog toegankelijk ook, al brengt het wel een zekere ademloosheid teweeg.

Het mooiste is wel het langzame middendeel, waarin MacMillan zijn Schotse identiteit laat doorschemeren in een verwijzingen naar een ballad, weemoedig bijgekleurd door de harp. Repin kan hier al zijn lyrische vermogens ontplooien. Aan het slot, na een lieflijk fluitmuziekje dat niet misstaan zou hebben in The Lord of the Rings, verandert hij zijn viool in een kwinkelerend vogeltje.

Bartóks Roemeense Dansen vormde een logische opmaat voor het motorische vioolconcert. Vervolgens liet de met opheffing bedreigde Radio Kamer Filharmonie in Sjostakovitsj' Negende Symfonie opnieuw horen dat het een toporkest is. Onder de schijnbaar luchthartige oppervlakte van dit werk schuilt iets dreigends en maniakaals, en dat heeft MacMillan goed in de gaten. Op 18 mei staat hij weer voor dit orkest, onder meer met werk van Kurt Weill, ook zo'n expert op het gebied van dubbele bodems.


© Frits van der Waa 2012