de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 28 september 2012
Prachtige Berio verliest zich in grote ruimte
Berio: Folk Songs en Coro, door Doelenensemble, Notabu Ensemble Neue Musik en Cappella Amsterdam o.l.v. Mark-Andreas Schlingensiepen. 26 september, De Doelen, Rotterdam. Herh.: Amsterdam (29/9).
Luciano Berio (1925-2003), de grootste componist van het naoorlogse Italië, behoorde tot de grote vernieuwers, maar vergat nooit dat musiceren mensenwerk is en vooral niet dat zingen uit het hart komt.
Van dat laatste getuigden Cappella Amsterdam en mezzosopraan Karin Strobos woensdagavond bij het eerste concert van Berio Street: een tweedaagse, waarmee de Rotterdamse Doelen de grote componist eert.
Zaterdag is de tweede dag: dan zijn er twee middagconcerten, waarin enkele van Berio's vermaarde solostukken, de Sequenza's en zijn even roemruchte Sinfonia te horen zijn. Die compositie is vanavond in Amsterdam het startschot van een driedaags Beriofestijn, dat het Rotterdamse programma goeddeels herhaalt en er een concert van het Asko/Schönberg en een uitvoering van het theatrale Laborintus 2 bij doet.
Het Rotterdamse gedeelte opende met Folk Songs, het stuk van Berio dat veruit het meest wordt gespeeld, maar niet representatief is voor zijn werk: elf volksliedjes, gevat in een flonkerende instrumentale begeleiding met raak geplaatste eigentijdse accenten. Voor een grote zaal als die van De Doelen is het werk eigenlijk te intiem. De details van de uitvoering die Karin Strobos en het Doelenensemble neerzetten, gingen daardoor grotendeels teloor. Strobos (extra innemend door haar gevorderde zwangerschap plus rode pumps) gaf naast lieflijke ook verrassend rauwe en kelige, dan weer puntige en nasale klanken ten beste. Toch is haar arsenaal aan vocale vermommingen niet helemaal toereikend om Folk Songs optimaal recht te doen.
Coro, uit 1976, is een stuk ambitieuzer. Veertig zangers zitten verspreid door het orkest, gevormd door het Doelenensemble en het Notabu Ensemble Neue Musik uit Düsseldorf. Het is een typisch jarenzeventigwerk dat het de hele wereld poogt te omvatten. Berio legt de zangers teksten uit volksculturen in de mond, die als een refrein telkens worden doorbroken met een gedicht van Pablo Neruda, op overweldigend vlammende akkoorden.
Het probleem is dat Berio te veel uit de kast trekt en steeds meer lagen op elkaar stapelt, zodat je binnen een half uur zit te snakken naar de soberheid en transparantie die hij in het begin nog opbracht. Wie weet komen deze werken zaterdag in de half zo kleine zaal van het Muziekgebouw veel beter tot hun recht.
© Frits van der Waa 2012