Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 14 december 2012

Ambitieloos jammen de virtuozen

Jan Akkerman meets Andy Summers + Ensemble Klang. 12 december, Muziekgebouw, Amsterdam.

De wereld van de elektrische gitaar en de wereld van door componisten geschreven muziek hebben erg weinig gemeen. In het festival Electric Guitar Heaven werden woensdagavond vier hedendaagse composities, uitgevoerd door het ensemble Klang, gekoppeld aan een dubbeloptreden van twee oude gitaarrotten, Andy Summers (The Police) en Jan Akkerman (Brainbox, Focus). Het was tekenend voor de botsing dat tijdens de gecomponeerde onderdelen een stevig aantal toehoorders de wijk nam.

Niet dat Summers en Akkerman nu zulke hoogstaande prestaties leverden. De beide 65-plussers, door de programmeurs in elkaars vaarwater gezet, leverden een weinig geïnspireerde jamsessie waarin elk vooral liet horen waar hij goed in was: Summers met uitgesponnen melodieën met een ronde toon, Akkerman met flitsend, maar splinterig snarenspel. Van werkelijke chemie was helaas geen sprake. Wel illustreerde hun optreden wat voor rijkdom aan mogelijkheden de elektrische gitaar biedt – een aspect dat in dit concert verder veel te weinig naar voren kwam.

De eerste drie stukken die Klang speelde, hebben alle een minimalistische inslag. Chaoids van Yannis Kyriakides biedt een opeenvolging van pulserende texturen, met elektronische componenten die soms gemeen hard op het trommelvlies roffelen. David Fennessy laat gitarist Pete Harden in Caruso soliëren tegen een achtergrond van gesamplede vocalen van de legendarische tenor. Het koor van Caruso's klinkt fantastisch, maar het stuk komt niet echt van zijn plaats en wordt op den duur langdradig.

Harden zelf leverde met Steel wounds and beaten sounds een intrigerend stuk, met veel ritmische opwinding, keffende blazers en kietelende microtonen. Maar ook hier werd de gitaar overvleugeld door andere tinkelende en tokkelende geluiden uit de luidsprekers.

Het sluitstuk, Electric/Brass van de Zweedse Nederlander Klas Torstensson, klinkt alsof de internationaal gevierde componist, die gewoonlijk niet over één nacht ijs gaat, een tussendoortje heeft geleverd. Tien blazers sproeien vanaf de balkons tetterende staccato's uit over het publiek, terwijl vijf gitaristen op het podium weerwerk leveren dat met zijn wat ouderwetse sound bij vlagen herinneringen oproept aan House of the rising sun en Tommy, maar ook aan Atmosphères van Ligeti. Het sluit niet allemaal even goed op elkaar aan, maar de harmonische verwikkelingen, die van dissonant naar oorstrelend leiden en vice versa, blijven boeien, en midden in het slechts tien minuten durende stuk stolt het spel in een verbazend weidse oase van klank. Zelfs een gelegenheidswerk van Torstensson steekt nog altijd met kop en schouders boven het maaiveld uit.


© Frits van der Waa 2012