Meesterlijk muziektheater van meisjeskwartet
Ghost Opera-NL, door het Ragazze Kwartet. 13 maart, Muziekgebouw, Amsterdam.
Ze strijken en tokkelen als de beste, maar ook als ze fluisteren, een keel opzetten, op de grond stampen of roeren in een bak water spat de concentratie en de gedrevenheid ervan af. Het Ragazze Kwartet presenteerde zich woensdag in het Amsterdamse Muziekgebouw met een heel bijzonder programma, Ghost Opera-NL. Uitgangspunt is de compositie Ghost Opera die de Chinese componist Tan Dun in 1995 schreef voor het Kronos Quartet. Om een accent van eigen bodem toe te voegen heeft het kwartet drie Nederlandse componisten een stuk laten componeren dat iets te maken moest hebben met Tans meesterworp.
'Ragazze' is Italiaans voor 'meisjes', en het Ragazze Kwartet bestaat dan ook uit vier vrouwen die allemaal nog dertig moeten worden. Het programma opende met een extraatje, Groeibriljant van Calliope Tsoupaki, en stuk dat bij de strijkkwarttetenserie van het Muziekgebouw van kwartet naar kwartet wordt doorgegeven, telkens met twee nieuw gecomponeerde minuten muziek erbij. Het stuk duurt intussen tien minuten, blijft al die tijd op spanning dankzij een wonderlijke fusie van welluidende en wringende klanken, en maakt meteen duidelijk dat het viervrouwschap ongelooflijk goede oren heeft. Microtonale afwijkingen, subtiele verkleuringen, maar ook loepzuivere octaven en ijle. boventoonachtige flageoletten alles klinkt even bewust en doelgericht.
Onder de drie overige Nederlandse stukken springt De Maasegel van Reza Namavar eruit, zowel door de trefzekere hantering van het medium strijkkwartet als door zijn prikkelende stilistische evolutie. Het begint als een energiek en unisono gespeeld volksmuziekje, maar spat steeds verder uiteen tot het uitmondt een een soort neobarok idioom.
In Rag Two laat ook Maurice Horsthuis, zelf altviolist, horen dat hij effectief omspringt met de klank van vier strijkers. Het stuk begint als schemermuziek, en mondt dan uit in een zoektocht naar harmonie, die organisch wordt afgewisseld met ritmische, gestoten akkoorden.
Het idee van de 'geestverschijning' bracht Mayke Nas ertoe om de vier strijkdames ook te laten zingen en zo een 'spooklaag' op de muziek te leggen. Het resultaat, In & Out, is subtiel en zoemerig, maar zoals wel vaker bij Nas is het idee sprankelender dan de feitelijke uitwerking ervan.
In Tans Ghost Opera, een stuk dat aan alle kanten over de rand van het genre strijkkwartet loopt, voegt zich Lingling Yu bij het gezelschap met haar pipa (een Chinese luit). Drie kwartier lang boeien ze hun publiek met een theatraal amalgaam, waarin flarden Bach, Chinese wijsjes, schimmenspel, pantomime, ketsende steentjes en nog veel meer leiden tot een adembenemend avontuur voor oog en oor.
© Frits van der Waa 2013