Home
Vertalingen
Stukken
Strips
Genealogie
CV
Links
Zoek

de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 13 mei 2015

Gounods symfonische vingerafdrukken

Gounod: The Symphonies. Nederlands Kamerorkest o.l.v. Gordan Nikolić. Tacet.

Charles Gounod kennen we vooral – voor zover we hem kennen – als componist van opera's en andere vocale werken. Het Franse publiek van halverwege de 19de eeuw was niet zo geïnteresseerd in abstracte instrumentale muziek. Het belette Gounod niet om in 1855 (hij was toen 37) een plotselinge belangstelling op te vatten voor de symfonie. Binnen een jaar had hij er twee geschreven, maar de rest van zijn leven liet hij het genre links liggen.

Het Nederlands Kamerorkest (NKO) heeft deze twee stukken uit de mottenballen gehaald en op cd gezet (bij de Eerste Symfonie gaat het om een live-opname). Je snapt bij het luisteren direct waarom Gounods symfonieën nooit zo zijn aangeslagen; ze zijn voor 1855 aan de ouderwetse kant en bovendien nogal epigonistisch. Er zit veel Beethoven in deze noten en bij vlagen ook wat Mendelssohn. Maar dat waren niet de geringsten en Gounod voegt er eigen vingerafdrukken aan toe in de vorm van gracieuze, zonnige melodieën met een echte Franse inslag. Kortom, prima muziek. Het NKO doet Gounod recht met een warme, uitgebalanceerde orkestklank en spel dat even joyeus als serieus is.

Bach and his Rivals: Graupner, Telemann, Bach, door The Bach Players. olv Nicolette Moonen. Hyphen Press Music (2 cd's).

Het is een bekend verhaal dat de grote J.S. Bach bij zijn benoeming tot cantor van de Leipzigse Thomasschule slechts de derde keus was. Het had eerst Telemann zullen worden, maar die liet het toch afweten. En Christoph Graupner, de nummer twee, mocht van zijn toenmalige werkgever niet weg (zo ging dat toen). Dan maar Bach, dachten ze in Leipzig.

Het Britse barokensemble The Bach Players heeft het idee opgevat deze drie 'rivalen' eens bij elkaar te zetten en pakt dat adequaat aan met een dubbelalbum. De eerste cd bevat de werken die Bach en Graupner in 1723 als proeve van bekwaamheid voorlegden (die van Telemann zijn niet overgeleverd en daarvoor heeft het ensemble een geschikt alternatief gevonden). De tweede cd biedt een zo mogelijk nog leukere vergelijking, want die bevat de werken die de drie voor dezelfde zondag, 30 januari 1724, hebben geschreven. Omdat in het lutherse kerkelijk jaar op een bepaalde dag altijd een bepaald bijbelvers werd behandeld, kunnen we nu dus horen hoe de woelige baren van de zee van Galilea, de bange apostelen en de zegenrijke redding door Jezus zijn verklankt door Bach, Telemann en Graupner.

De heren waren aan elkaar gewaagd. Van Telemann wisten we dat wel zo'n beetje, maar de veel minder bekende (en toch minstens zo productieve) Graupner zorgt hier voor een revelatie, met prachtige stukken en harmonieën die bijna net zo kruidig zijn als die van Bach.

The Bach Players voeren deze werken uit volgens de modernste inzichten, dus met vier solisten die ook het kooraandeel voor hun rekening nemen. De damespartijen maken het klankbeeld wat onrustig en de viooltjes zijn soms wat iel. Maar de echte barok-schwung zit er wel in.


© Frits van der Waa 2015