de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 10 augustus 2017
Dit stuk moest helaas wat worden ingekort. Het geschrapte gedeelte is in blauw weergegeven.
Orlando Festival opgeschud
'Het wonderbaarlijke van dit festival is dat je gedurende tien dagen een gemeenschap creëert die is samengesteld uit publiek, deelnemers en docenten. Daarmee zit je aan het ontbijt, aan de lunch en in de zaal. Het loopt allemaal door elkaar.' Drie jaar is Henk Guittart directeur van het Orlando Festival, dat sinds 1982 jaarlijks plaatsvindt in Zuid-Limburg, met de abdij van Rolduc als middelpunt.
Het bijeenbrengen van beroeps- en amateurkamermuziekspelers en een onbekrompen kijk op het repertoire waren altijd al sterke troeven van dit festival. Maar de 64-jarige Guittart, die zijn sporen verdiende als altist van het Schönberg Kwartet en docent aan diverse conservatoria in binnen- en buitenland, heeft de kussens opgeschud bij 'de moeder van alle Nederlandse kamermuziekfestivals', zoals hij het zelf typeert.
In plaats van de oude hiërarchische verdeling, met masterclasses waarin geïnviteerde ensembles les kregen van een coryfee, is er nu een vrije aanmelding en krijgen de uitverkoren ensembles les van een hele keur aan docenten. Voor overige deelnemers, prof, student of amateur, geldt hetzelfde: iedereen kan les krijgen van iedereen. 'Het gaat om die gedeelde liefde voor de muziek, zo simpel is het', zegt Guittart. 'En die is bij de amateurmusicus minstens zo groot als bij de professional.' Nieuw is dat ook individuele amateurmusici kunnen deelnemen; die worden dan aan elkaar gekoppeld in ensembles. Dan zijn er ook nog deelnemers die niet spelen, maar wel de vele activiteiten volgen. 'Die komen voor wat je noemt een muziekvakantie', vertelt Guittart.
In de eerste dagen van het festival, van 10 tot en met 12 augustus, vindt bovendien het Orlando Concours voor strijkkwartetten plaats. Guittart: 'We hebben ervoor gekozen geen afvalsysteem te hanteren. Het is geen sportwedstrijd. Ik heb als concoursdirecteur eigenlijk een hekel aan concoursen, ik zie ze als noodzakelijk kwaad. Dus we willen de mensen die zich aanmelden echt de kans te geven zich van meerdere kanten te laten zien. Gedurende drie rondes speelt iedereen een zo breed mogelijk repertoire, pas daarna wordt een selectie gemaakt voor de finale.
'De deelnemers worden gestimuleerd om daarna te blijven. Dat betekent dat ze na afloop niet een kwartiertje commentaar krijgen van een van de juryleden, maar nog een week lang bij die mensen kunnen studeren.'
Ook in de programmering van de concerten die het festival omlijsten is duidelijk de hand van Guittart te herkennen. Een stoutmoedig staaltje is de uitvoering van Stockhausens Mantra, die Ellen Corver en Sepp Grotenhuis morgenavond geven in Heerlen. 'Gewaagd?', reageert Guittart. 'Voor mij is dat juist een reden om het te doen. Toen we begonnen met het Schönberg Ensemble was er ook geen vraag naar. Vanuit het aanbod proberen wij nieuwsgierigheid te kweken.'
Zo staat zondagmiddag Stravinsky's Sacre du printemps op het programma, in de versie voor vier piano's van Maarten Bon. Zelfs Guittarts specialiteit, de kamermuzikale bewerkingen die Arnold Schönberg en de zijnen omstreeks 1920 maakten van eigentijdse orkestmuziek, heeft onderdak gevonden in het festival, met twee concerten van de Gruppo Montebello.
Als speciale festivalcomponist is de Engelsman Jonathan Dove uitgenodigd, die in Nederland vooral bekendheid kreeg door zijn opera naar Arthur Japins De zwarte met het witte hart. Er komen tien van zijn werken tot klinken en uiteraard is hij nauw betrokken bij de instudering.
Los van de masterclasses en de regioconcerten, waar veel bekend repertoire voorbijkomt, worden er zeven stukken uit de barok uitgevoerd, twaalf uit de klassieke periode, elf uit de romantiek, dertig uit de 20ste eeuw en dertien uit de 21ste eeuw. Bij elkaar gaat het om veertig componisten, van wie ruim een kwart Nederlanders. Acht van die veertig zijn levende componisten en vier daarvan zijn aanwezig op het festival. Ook de overleden componisten worden geëerd. Zo wordt muziek van Willem Pijper en Jan van Gilse uitgevoerd en maar liefst drie werken van Oscar van Hemel (1891-1982).
'Van Hemel was tot in de jaren zestig een veelgespeeld en geliefd componist,' licht Guittart toe. 'Zijn klarinetkwintet, uitgevoerd door een Amerikaanse klarinettist en een Russisch kwartet, bleek vorig jaar een topper te zijn. En die vonden het stuk zo goed dat ze het allebei in eigen land nog vaker zijn gaan spelen. Het werd dus tijd voor een inhaalslag. Het label Etcetera heeft intussen toegezegd dat ze met de door ons geleverde uitvoeringen een Van Hemel-cd gaan maken. Zo spelen wij weer een rol als producent. Anders vliegt het alleen maar de lucht in.'
Orlando Festival, 10 t/m 20/8 in de abdij Rolduc te Kerkrade en zeventien steden in de omgeving.
© Frits van der Waa 2017