de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 8 september 2017
Onderdompeling in nieuwe muziek
Gaudeamus: Werk van Trapani, Macklay, De Graaff, Bulsink en Khubeev,
door Asko|Schönberg en Cappella Amsterdam o.l.v. Bas Wiegers.
6/9, TivoliVredenburg, Utrecht.
Volgende concerten t/m 10/9.
De componisten die woensdag in het zonnetje werden gezet bij de opening van de Gaudeamus Muziekweek hadden één ding gemeen: ze kruipen in de klank. Textuur en timbre krijgen voorrang boven melodie en ritme. Die duidelijke samenhang binnen één programma heeft ook te maken met de nieuwe lijn die de Muziekweek een paar jaar terug heeft ingezet. Waar vroeger soms tientallen nieuwe partituren werden uitgevoerd in een bonte afwisseling, staan de komende dagen vijf jonge muziekpioniers centraal. Ze zijn genomineerd voor de jaarlijkse Gaudeamus Award, die zondag wordt uitgereikt.
Evengoed biedt dit naar verhouding kleine, maar internationaal hooggewaardeerde festival de mogelijkheid je totaal onder te dompelen in nieuwe muziek. In vijf dagen tijd klinken er 129 composities van componisten uit 32 landen. Niet alles is even fonkelnieuw: zo was het stuk waarmee het programma opende, Sparrow Episodes van jurylid Christopher Trapani, maar liefst elf jaar oud. Het is destijds ook uitgevoerd in de Muziekweek. De muziek, waarin de kleur van de elektrische gitaar een bepalende rol speelt, is goed genoeg om nog eens opgepoetst te worden. En dat deden Asko Schönberg en dirigent Bas Wiegers met hoorbare inzet.
Die inzet was een beetje verspild aan The Codex of Thoughtcrimes, het nieuwe werk dat Alexander Khubeev mocht componeren als onderdeel van de Gaudeamus Award die hij twee jaar geleden won. Het concept van het stuk, 'gedachten die door anderen als misdaden worden gezien' is interessant, maar de uitwerking valt tegen. De instrumentalisten spelen vrijwel voortdurend op ongewone manieren op hun instrument en ook de zestien leden van Cappella Amsterdam produceren nauwelijks een normaal vocaal geluid.
De resulterende machinerie van veegjes, knerpjes en krasjes die uitmondt in een vage klaagzang en een Darth Vader-achtig gereutel, verraadt een goed oor, maar roept wel de vraag op of daar nou zo veel musici voor nodig waren. Dan zijn de instrumentale en elektronische ruisklanken die de Amerikaanse 'klankpionier' Sky Macklay in haar bondige en contrastrijke White/Waves verwerkt een stuk geraffineerder.
De Nederlandse component deed daar zeker niet voor onder. Rimpelingen van Jan-Peter de Graaff, met een hoofdrol voor cellist Hans Woudenberg, was het meest orthodoxe stuk van de avond, met enige lyriek, iriserende timbres en veel gevoel voor harmonie. En Meanwhile, Behind, Between, etcetera van Wilbert Bulsink is een avontuurlijke verkenning van de wereld van de microtonen. Boeiend is ook de vorm: na een verknoopt, bijna minimalistisch begin ontvouwen zich onverwacht nieuwe landschappen, waarin zich uit tastende flarden melodische lijnen ontwikkelen, die een mistige polyfonie met elkaar aangaan en ten slotte verdampen in naar hoog en laag uitwaaierende spiegelklanken.
© Frits van der Waa 2017