de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 13 januari 2020
Verblinding en loze woorden in Words & Music
Words & Music, door Asko|Schönberg en Cappella Amsterdam o.l.v. Manoj Kamps en Daniel Reuss. 11/1, Muziekgebouw, Amsterdam.
Laten we om te beginnen een banvloek uitspreken over regisseur Romy Roelofsen, die de even misselijke als onzinnige gewoonte heeft haar toeschouwers herhaaldelijk in het gezicht te schijnen met oogverblindende schijnwerpers.
En niet alleen daarom, maar ook omdat ze geen enkel gevoel heeft voor de precaire balans tussen instrumentale klank en gesproken woord in Words and Music, een eigenaardig stuk muziektheater uit 1963, waarin Samuel Beckett bij uitzondering samenwerking aanging met een componist, Morton Feldman. De hier toegepaste agressieve geluidsversterking trekt de twee aspecten van het stuk volkomen uit elkaar.
Zo beleefde het tweedaagse Words & Music, een bondig maar pretentieus festival van Asko|Schönberg, een valse start. Daar hield het helaas niet mee op.
Getuige mislukte genres als Singspiel en melodrama is de combinatie van gesproken woord en klinkende klank uitgesproken problematisch. Ook de geschiedenis van het gezongen woord is beladen met polemieken.
Een andere moeilijkheid met de kunst van Beckett en Feldman is dat ze zich vaak diepzinniger voordoet dan ze is. Zo duurt Feldmans For Stefan Wolpe voor koor en twee vibrafoons drie kwartier, zonder dat de muziek van zijn plaats komt. Tekst heeft het stuk trouwens ook niet. De uitvoering en het uithoudingsvermogen van Cappella Amsterdam waren evengoed bewonderenswaardig.
Indrukwekkend was ook de vertolking die Gerrie de Vries gaf van een medley aan nieuwe en oude composities, onder andere van Klaas de Vries en Jan van de Putte. Beckett en Kafka leverden de teksten. Maar waar gingen die in vredesnaam over? Verstaanbaar waren ze niet, en het programmaboek bood evenmin uitkomst.
© Frits van der Waa 2020