de Volkskrant, Kunst & Cultuur, 9 juli 2021
Guus Janssen maakt de longen van het orgel hoorbaar
Guus Janssen - Organ. Geestgronden.
De aanzwellende orgelwindvlaag waarmee Guus Janssen zijn Estampie begint, windt er geen doekjes om: het orgel is een bláásinstrument. Een apparaat met balgen als longen en pijpen als keelholtes. Dat ook kan klinken als een amechtige astmaticus.
Janssen, de geestrijkste dwarsdenker van het laaglands muziekleven, balanceert al sinds de jaren zeventig virtuoos op het snijvlak van compositie en improvisatie. Op diverse solo-cd's heeft hij laten horen wat vermag op piano en klavecimbel. Ditmaal heeft hij zijn toetsenkunsten uitgeleefd op het orgel van de doopsgezinde kerk De Vermaning in Zaandam. Johannes Petrus Künckel, die het in 1784 bouwde, krijgt van Janssen een naar hem vernoemde ode, met zwalkende vingers en een knots vibrato.
Nee, gewone orgelmuziek is dit allerminst, Maar ondanks de wonderlijke glijtonen, het gejoel, de oprispingen en het toetsengewroet zijn de traditie en de ordelijke structuur bij Janssen zelden ver weg. Het nummer Ground heeft een klassieke cirkelgang, Scharrel kenmerkt zich door een grootse swing, en in een uitbundige, steeds verder over de randen klotsende versie van Gilberto Gils Domingo no parque laat Janssen het orgel ten slotte op grootse wijze zijn laatste adem uitstoten.
© Frits van der Waa 2021