de Volkskrant van 10-02-1998, Pagina 12, Kunst, recensie
Er zit nog muziek in tijdloze Bommel
Frits van der Waa en Patrick van den Hanenberg
De Trullenhoedster door Opus One, naar een verhaal van Marten
Toonder, liedteksten en dialogen: Coot van Doesburgh, muziek: Ton
Scherpenzeel, choreografie: Frans Schraven, regie: John Yost. Stadsschouwburg
Amsterdam, 8 februari. Tournee.
Als alle mannen zijn uitgeschakeld, maken de vrouwen de dienst uit in
Rommeldam. Olivier B. Bommel heeft daar grote bezwaren tegen: 'Vrouwen die
werkelijk als man functioneren. Dat kan ik als Heer toch niet echt
tolereren.' Toch moet hij er in De Trullenhoedster aan geloven.
Het verhaal, een variant op het Circe-gegeven uit de Odyssee, gaat over een
heks die mannen in dieren verandert - in dit geval de wel heel onbeholpen,
vormeloze trullen. Het heeft alle kenmerken die de avonturen van Ollie B.
Bommel en Tom Poes zo aantrekkelijk maken. Mysterie, romantiek, spanning en
een bescheiden portie slapstick.
Marten Toonder schreef en tekende zijn verhalen met veel gevoel voor theater.
Het is daarom een slimme keuze van Opus One om het tienjarig bestaan te
vieren met een Bommel-familievoorstelling.
Een deel van het publiek zal met argusogen bekijken of de schepping van
Toonder niet verminkt is. Kunnen we Ierland ruiken? Wordt er wel een voedzame
maaltijd geserveerd? Is Bommel wel gemoedelijk genoeg en wordt de bemoeizucht
van Juffrouw Doddel niet overdreven?
De Bommel-liefhebber kan gerust zijn, ook al is het raar dat Tom Poes Heer
Bommel aanspreekt met 'Heer Olivier' in plaats van 'Heer Ollie'. En Juffrouw
Doddel zal natuurlijk nooit iets aardigs over Tom Poes zeggen.
Verder legt bewerker John Yost een grote eerbied en liefde voor het werk van
de Meester aan de dag. De dialogen zijn woordelijk afkomstig uit Toonders
tekst, en de strip wordt bijna plaatje voor plaatje in scène gebracht.
Belangrijker nog is dat de sfeer van de verhalen zo goed getroffen is. De
doorkijkjes van het Donkere Bomen Bos, de haard van Bommelstein, het
interieur van de Kleine Club, het is er allemaal. Zelfs het karakter van de
stripplaatjes blijft behouden, doordat dikwijls maar één helft
van het toneel gebruikt wordt - wat ook nog eens heel praktisch is, gezien de
grote hoeveelheid korte taferelen waaruit het verhaal bestaat.
De karakters lopen niet uit de Toonder-pas. De irritant parmantige pasjes van
Tom Poes zijn raak. Jon van Eerd is een schitterend stuntelende en toch
waardige Bommel. Betreurenswaardig is wel dat James Hutchinson in zijn
vierdubbelrol zowel Joost, Dorknoper als Dickerdack opzadelt met hetzelfde
exotische Prlwytzkofski-accent.
Ofschoon de dans bij de oprichting van Opus One voorop stond, is dat
onderdeel in De Trullenhoedster een ondergeschoven kindje. Choreograaf Frans
Schraven lijkt het lage tempo van het leven op de hei wel erg in de benen te
zijn geslagen. De dansstukken zijn nogal steriel en vlak. Alleen de trullen
schieten een paar keer stevig uit hun slof.
Meer plezier valt te beleven aan tekst en muziek. Coot van Doesburgh geeft in
haar goedlopende liedteksten extra cadeautjes voor het oudere publiek. Ton
Scherpenzeel tapt uit vele vaatjes, van een barok-recitatief voor de Markies
de Canteclaer tot een claxonconcert in Comedy-Capersstijl.
De krant waarin Heer Ollie's avonturen een halve eeuw lang zijn verschenen,
NRC-Handelsblad, mag Bommel sinds kort niet meer de moeite waard vinden, Opus
One laat met deze voorstelling zien dat er nog altijd muziek zit in het
tijdloze epos van een heer die zijn eigen eenzame weg gaat, slechts
geschraagd door de listen van zijn jonge vriend. En door de vertelkunst van
zijn auteur, die stof te over biedt voor nog een slordige honderd
toneelstukken, opera's of musicals.
Andere artikelen over Toonder op deze website:
Hanezang
De wondere schaduwwereld
Heer Bommel komt op
Heer Bommel compleet
Interview
Heer Ollie als melkkoe
Tom Poes ontdekt het geheim der blauwe aarde
De Toonder Animatiefilms
Toonder-biografie
© Frits van der Waa 2006