Liberman geeft Beethoven tijdloze
kalmte
Werken van Beethoven, door het Koninklijk Concertgebouworkest
o.l.v. Viktor Liberman. 14 oktober, Concertgebouw, Amsterdam.
De twee voormalige concertmeesters van het Koninklijk
Concertgebouworkest floreren in hun tweede leven als dirigent.
Jaap van Zweden, tegenwoordig chef van het Orkest van het Oosten,
staat op de nominatie om benoemd te worden bij het Residentie
orkest. En Viktor Liberman, die sinds vorig jaar het Noord
Nederlands Orkest leidt, voerde woensdag zijn ex-collega's van
het KCO aan in een Beethoven-programma.
Eigenlijk had de Italiaanse veteraan Carlo Maria Giulini op de
bok moeten staan, maar die mag van de dokter voorlopig niet
dirigeren. Daarmee lijkt de kans dat hij en het
Concertgebouworkest ooit nog eens zullen samenwerken niet erg
groot: Giulini is al 84.
Vergeleken daarbij is Liberman, met zijn 67 jaar, nog maar een
jonkie, zeker als je bedenkt dat zijn officiële
carrière als dirigent pas twee jaar geleden begon. In
plaats van Beethovens Vierde en Zevende`, die
Giulini had zullen dirigeren, had hij verkozen de en
de Zesde uit te voeren, waarmee het een wel uitzonderlijk
klassiek programma werd. Liberman kent deze werken natuurlijk als
zijn broekzak, en zijn uitvoeringen getuigden dan ook van een
gerijpte visie.
Een flamboyante dirigent is Liberman niet, eerder een
bedachtzame. In zijn interpretaties prevaleert een grote aandacht
voor de doorgaande lijn boven het plaatsen van theatrale
accenten. Die milde toets leidde vooral bij de Zesde, de
'Pastorale', tot een uitvoering met een soort tijdloze kalmte,
waarvan een grote noblesse uitging. Door de genuanceerde wijze
waarop Liberman de orkestklank doseerde bereikte hij, zonder vol
gas te geven, zinderende spanningsbogen die bijna ongemerkt tot
ontwikkeling kwamen.
Zijn interpretatie van de Vijfde Symfonie, waarin het
contrast een veel grotere rol speelt, was als geheel wat minder
overtuigend. Waar het orkest op volle sterkte opereert, wat
vooral in het laatste deel het geval is, had de klank de neiging
dicht te lopen, waardoor de uitvoering uiteraard ook aan
spankracht inboette. Maar in de minder turbulente passages
ontlokte Liberman het orkest een vloeiende kleurenpracht,
handhaafde van begin tot eind zijn greep op de grote vorm, en
verschafte toch nog menig boeiend doorkijkje op dit overbekende
werk.
© Frits van der Waa 2006
|