Fondant en gonzende klankzuilen
Werk van Parsons, Tallis, Gombert, Visman, e.a. door The Gents o.l.v. Peter Dijkstra. 1 oktober,
Concertgebouw, Amsterdam. Herhaling: Maarssen (1/2), Amersfoort (11/2), Noordwijk (22/2),
Nijmegen (3/3), Markelo (4/4) en Amsterdam (9/5). Radio 4: 6/11, 20.02 uur.
Roden, een kleine plaats in de noordpunt van Drente, blijkt een ware broedvijver voor zangtalent.
In 1985 werd daar het Roder Jongenskoor opgericht, met het oogmerk een Nederlands equivalent van de
Engelse koorscholen in het leven te roepen. Met goed gevolg: het uit dit jongenskoor voortgekomen
mannenensemble The Gents gooit sinds de oprichting, vier jaar geleden, hoge ogen in binnen-
en buitenland.
Woensdag stond het gezelschap op het podium van de Amsterdamse Kleine Zaal, waar het op glorieuze
wijze de spits afbeet in de driedelige concertreeks Jonge Nederlanders. Aangezien de meeste zangers
de dertig nog niet gepasseerd zijn en dirigent Peter Dijkstra zelf nog maar 25 jaar telt, was het
ensemble daar zeker op zijn plaats. In de twee volgende concerten maken het Matangi Kwartet en de
zangers Christianne Stotijn en Robbert Muuse hun opwachting. Aan het eind van de serie wordt aan een
van de drie combinaties de Mees Pierson Award uitgereikt, een bedrag van € 10.000,-. Daarvoor is een
deskundige jury aangesteld, maar ook de abonnementhouders mogen meestemmen.
Een belangrijk criterium bij het toekennen van die prijs is of de musici in kwestie de mogelijkheid
hebben zich verder te ontwikkelen. In dat opzicht zouden The Gents wel eens buiten de buiten de boot
kunnen vallen, want wat uit die zestien zoetgevooisde kelen opstijgt kenmerkt zich niet alleen door
een opmerkelijke veelzijdigheid, maar bovendien door een summum aan perfectie.
Alleen in de verschillende gewijde composities uit de Renaissance waarmee het programma opende
ontplooit het koor een schitterend versmolten geluid, waarbij toch de afzonderlijke lijnen duidelijk
reliëf krijgen. Het dynamisch spectrum reikt van een luid gonzende zuilen van geluid tot intieme
fluisterklanken die desondanks niet aan glans inboeten. Daarbij is ook de dictie fraai verzorgd:
zelfs moeilijk gelijk te krijgen medeklinkers als t en p klinken volmaakt synchroon. De keus uit
het repertoire is evenzeer voorbeeldig, met als hoogtepunten Josquins Domine, Dominus Noster
en het ambitieuze, twaalfstemmige motet Regina celi van Nicolas Gombert.
In het tweede deel van hun optreden demonstreren The Gents dat ze al even goed thuis zijn in andere
genres. Hoofdschotel is een nieuw werk van Bart Visman, New Heaven! (O Gloriosa Virginum) dat
het ensemble op het lijf geschreven is. Met zwoele, zinnenstrelende akkoordstapelingen en vooral met
de engelachtig hoge timbres van de countertenoren komt Visman een heel eind met het verklanken
van de hemelkoren waarvan in de tekst sprake is.
Een reeks ballads en andere lichte muziek fungeert als uitsmijter. Arrangementen van nummers
als Michelle en Steal Away zijn rijkelijk met fondant overgoten, maar de zoetigheid
wordt effectief bestreden met Plenty Good Room, een spiritual met een lichtvoetige
swing, die uitmondt in een duizelingwekkende meertraps-modulatie.
© Frits van der Waa 2006
|